Home > Nieuws > AMUZ > Oude muziek, nieuwe dromen: een gesprek met Bart Demuyt

Oude muziek, nieuwe dromen

Een gesprek met Bart Demuyt

Een mens legt al vroeg de fundamenten voor het verhaal dat hij later zal vormgeven. Bij Bart Demuyt, algemeen en artistiek directeur van AMUZ en algemeen directeur van de Alamire Foundation, is dat verhaal doordrongen van het besef dat muziek pas echt betekenis krijgt als ze in verbinding kan gaan. Nu, op zijn zestigste, is het voor Demuyt duidelijk dat drie elementen al van in het prille begin zijn professionele pad kruisten: het uitvoerende, het wetenschappelijke en het valoriserende. Net zoals onze planeet leeft door de dynamiek tussen aarde, water, lucht en vuur, zo is een juiste balans tussen die drie elementen in de oude muziek voor Demuyt essentieel. De toekomst van de historische uitvoeringspraktijk is volgens hem trouwens even veelbelovend als uitdagend – muziek is geen eindpunt, maar een gesprek dat steeds doorgaat.

Een levenspad in muziek
De persoon die Demuyt vandaag is, met de verantwoordelijkheden die hij heeft, kon hij alleen worden dankzij diegenen die hem de fakkel doorgaven. Hij zou het meer dan eens herhalen: “Dat waren stuk voor stuk mensen die vertrouwen in mij hebben gesteld en in het traject dat ik mocht afleggen.” Vandaag is hij artistiek en algemeen directeur van AMUZ – Festival van Vlaanderen Antwerpen en algemeen directeur van de Alamire Foundation. Eerder was hij artistiek directeur van het Concertgebouw Brugge en directeur van Musica Antiqua, nu MA Festival. Daarvoor was hij musicus, educatief projectmedewerker en artistiek leider in binnen- en buitenland. Tot 2001 was Demuyt verbonden aan Musica, Impulscentrum en in die hoedanigheid was hij ook actief in de muziekeducatie en de conceptuele uitbouw van artistieke projecten. Na een kort intermezzo in Nederland, waar hij als artistiek leider van Cappella Pratensis werkte, keerde hij in april 2004, geheel onverwacht, terug naar Vlaanderen. Demuyt: “Na tien jaar bij Musica was ik teruggekeerd naar de uitvoerende kunsten. Ik zong al jaren met ensembles als Collegium Vocale Gent, La Petite Bande, Capilla Flamenca, La Chapelle Royale Paris, Currende, en zag Europa, Amerika en Azië met Cappella Pratensis. Maar als artistiek leider van Cappella Pratensis had ik eindelijk de kans om een topensemble te vormen en te ontwikkelen. Ik was daar nog maar net uit de startblokken toen de toenmalige directeur van Musica Antiqua Brugge me vroeg om geen ensemble te leiden, maar een festival.” Toen Demuyt bij Musica Antiqua goed en wel in het zadel zat, gebeurde hetzelfde nog een keer: of hij in het Concertgebouw Brugge de fakkel wilde overnemen? Een déjà-vu die Demuyt nog eens beleefde toen hij in 2009 bij de Alamire Foundation nog maar pas was aangesteld om een evenwicht te vinden tussen het wetenschappelijk onderzoek en de uitvoerende kunsten: of hij in Antwerpen, in AMUZ, de directeur wilde vervangen? Eerst tijdelijk, nadien permanent. L’histoire se répète – een waarheid, ook voor persoonlijke trajecten.

Met de kunsten, met muziek begon Demuyt naar eigen zeggen laat. Maar in dat laat aangevatte traject leerde hij al vroeg dat muziek eigenlijk niet draait om de noten die je speelt of zingt. Wel om wat muziek kan betekenen in de maatschappij. Het was ook niet de muziek die hem het podium op dwong, wel het gesproken woord. “Ik stond op de theaterscène, deed welsprekendheid en bekwaamde me in voordracht.” Het woord bleef hem dierbaar, maar aan het conservatorium, in Brugge, vond hij vooral zijn plek. Of beter nog: de mensen. “Ik heb het voorrecht gehad om daar enkele mensen te ontmoeten die me hebben geïnspireerd en ondersteund.” Zo iemand was zijn docent klassieke gitaar, Jacques Vande Ginste. Een man van noten, maar meer nog van gedachten. Filosoof en musicus. “Hij deed me nadenken over hoe je omgaat met andere religies en culturen, of hoe je klassieke muziek naar het Oosten kan brengen en omgekeerd ook kan leren van de traditie daar; hij liet me reflecteren over wat die muzieknoten kunnen betekenen buiten mezelf, in de wereld. Hij reikte me ook ontzettend veel boeken aan. Van filosofische werken tot het boek van Shinichi Suzuki, de stichter van de Suzuki-methode, die toont hoe je met die bijzondere muzikale taal kan omgaan. Want net zoals niet iedereen Nederlands spreekt, begrijpt ook niet iedereen muziek.”

Interdisciplinaire dromen
Wat Vande Ginste aanreikte, draagt Demuyt nog steeds dicht bij zich. Vooral het besef dat je als musicus altijd deel bent van een groter geheel. En dat het niet alleen belangrijk is om stil te staan bij wie je bent, maar ook hoe je bent: met welke houding beweeg ik me door dit leven? “Het is essentieel”, zegt hij, “om je bewust te zijn van de energie die je in iets steekt en van de energie die je terugkrijgt. Daar probeer ik steeds naar te leven. Dat start bij hoe je beweegt en gaat tot hoe je je verhoudt ten opzichte van anderen. Hoe sta ik als persoon in de samenleving? Hoe verhoud ik me als musicus tegenover het culturele veld en hoe sta ik als artistiek directeur in de kunstwereld?” Die balans vinden – en niet alleen balans, maar ook focus – is volgens hem van onschatbare waarde. Het is ook wat hem steeds over de eigen grenzen heen doet kijken. Als twintiger richtte hij met een groep vrienden de ‘De Naamloze Vlakte’ op. Geïnspireerd door een boek van Herman Portocarero streefden ze interdisciplinaire verbindingen en brede culturele verkenning na. “We wilden niet alleen een grotere aandacht voor dat interdisciplinaire,” vertelt Demuyt, “we wilden de verkaveling tussen kunstvormen doorbreken.” Met enige dromerigheid herinnert hij zich producties rond Camus, Mozart, Caligula … “Het was én én: ik kon me onderdompelen en uitleven in het muzikale luik, terwijl ik ook mee aan tafel zat met experten van andere kunstdisciplines.”

Een nieuwe toekomst voor oude muziek
Gevraagd naar de dromen die Demuyt op zijn professionele pad koesterde, antwoordde hij dat die vooral verbonden waren met de mensen die hij ontmoette. “Mijn droom was om bij te dragen aan wat al bestond, voort te bouwen op wat was gerealiseerd en dat verder uit te dragen.” Inmiddels zijn al die dromen onherroepelijk geëvolueerd. Net als de wereld, net als de sector. Want de oudemuziekwereld onderging een opmerkelijke transformatie. De historische uitvoeringspraktijk die ooit als niet meer dan een frivoliteit werd beschouwd, is nu gemeengoed. De vraag of het wel zal klinken op historische instrumenten, durft niemand nog te opperen. Meer zelfs: de oudemuziekbeweging schoof in tijd ook naar onze kant van de geschiedenis op. Dat je Stravinsky op darmsnarige instrumenten zou uitvoeren, was dertig jaar geleden niet alleen een onbezonnen idee, maar gewoonweg ondenkbaar. Vandaag maakt het deel uit van de oudemuziekbeleving. Of Carl Orffs Carmina Burana op historisch instrumentarium? Demuyt: “Je krijgt een totaal andere klank, een andere balans binnen de partituur als drager van het kunstwerk, de compositie – het is een openbaring.”

Tegelijkertijd is oude muziek overal te vinden. Wat ooit begon als een nichefenomeen – de eerste AMUZ-concerten die complementair waren aan een festival als Musica Antiqua of andere gelijkaardige initiatieven – groeide uit tot een mainstream kunstbeleving, niet alleen in Vlaanderen, maar in heel Europa en daarbuiten. Vandaag rijst de cruciale vraag: hoe gaan we met dit verworven terrein om? Welke aspecten willen we laten groeien en welke laten rusten? Volgens Demuyt bevindt de oude muziek zich in haar meest uitdagende, maar ook moeilijkste fase. De missie die hij ziet, is tweeledig: onderzoek én ontdekking invoegen in de uitvoeringspraktijk. “Het gaat niet langer alleen om het gebruik van oude instrumenten, maar om de diepere vragen: wat spelen we, en vooral, hoe spelen we het? We leven immers in de 21ste eeuw, met een publiek dat fundamenteel verschilt van dat uit de 14de eeuw.” Hij verwijst daarbij naar een concert dat hij recent bijwoonde in de Fondation Royaumont, waar hedendaagse composities tussen middeleeuwse werken van Philippe de Vitry werden geplaatst. Het doel: de oorspronkelijke muzikale atmosfeer nieuw leven inblazen, een brug slaan tussen verleden en heden. Zoals Vande Ginste het hem al vroeg bijbracht: een uitvoering is geen louter technische vaardigheid, wel een levendige conversatie. AMUZ is de plek waar de beste musici niet alleen de hoogste artistieke standaarden nastreven, maar waar ze ook net die conversatie aangaan. Demuyt: “Als het gaat over excelleren in de historische uitvoeringspraktijk, is het mijn wens dat AMUZ in dat verworven terrein de referentie van het vasteland wordt, vergelijkbaar met de toonaangevende podia voor klassieke muziek in Europa, zoals Wigmore Hall in Londen.”

Het hart van de kunstenaar
Zijn diepe band met de oude muziek vond zijn fundament tijdens het lab Oude Muziek van Erik Van Nevel aan het Lemmensinstituut. Hoewel Demuyt daarvoor al vertrouwd was met oudemuziekuitvoeringen, was er vanaf dan geen ontsnappen meer aan. “Vanuit verschillende hoeken kwamen er projecten op mijn pad die die band versterkten. Samen met enkele andere zangers werd ik uitgenodigd om op te treden naast het Westminster Cathedral Choir tijdens het Internationaal Gregoriaans Festival in Watou. Of ik nam samen met een kleine, internationaal samengestelde groep van stemmen deel aan een productie in de Brusselse Kapellekerk waarin grootorgelklanken werden afgewisseld met gregoriaanse zang.”
Zijn late ontdekking van muziek groeide uiteindelijk uit tot een diepgaande zoektocht naar betekenis, verbinding en authenticiteit. Het werd de fundering van Demuyts professionele verhaal, een fundering stevig verankerd in ontmoetingen, ideeën en inspiratie. De klassiekegitaarlessen met filosofische inslag groeiden uit tot een missie. Een missie waarin de uitvoeringspraktijk niet slechts een reconstructie is, maar een ontmoeting, een spiegel voor de huidige tijd. “Oude muziek mag geen eindstation zijn. Ze is een continue dialoog tussen het verleden en het heden.” Met dat inzicht blijft hij AMUZ sturen naar een toekomst waarin onderzoek en uitvoering een uniek evenwicht vinden. In die visie schuilt de kern van wat oude muziek kan en moet zijn: geen holle echo van wat was, maar een inspiratiebron voor wat nog komt.
In zijn hart is Bart Demuyt nog steeds een kunstenaar. Hij is een beeldhouwer zonder stofwolken die achter de schermen zijn idee uitwerkt. Hij hakt en houwt tot de globale contouren zichtbaar worden, schuurt en polijst tot elk detail goed zit. En dan, ineens, ligt zijn programmatie bij u in de bus. Ogenschijnlijk moeiteloos. Maar wie goed kijkt, voelt de sporen van het werk, zoals de nerven in een gepolijste steen.

Julie Hendrickx

 

Het programma van AMUZ

Seizoensconcerten

Klassieke muziek van de middeleeuwen tot vandaag in een historisch kader

inPRIMETIME

Voorjaarsfestival. Editie PIANONOCTURNESinPRIMETIME vindt plaats van 13 t.e.m. 16 februari 2025.

Laus Polyphoniae

Zomerfestival rond oude muziek. De nieuwe editie vindt plaats van 22 tot 31 augustus 2025, met als thema Ars Antiqua – Ars Nova – Ars Subtilior.