Home > Nieuws > Laus Polyphoniae > De stemmen van Boreas Quartett Bremen en Dorothee Mields

De lievelingsliederen van Margareta van Oostenrijk

Een interview met Elisabeth Champollion van Boreas Quartett Bremen

Op zondagavond 25 augustus presenteren sopraan Dorothee Mields en Boreas Quartett Bremen de lievelingsliederen van Margareta van Oostenrijk. AMUZ sprak met Elisabeth Champollion van Boreas Quartett Bremen over deze samenwerking, het programma en over hun vorige passages in AMUZ.

Het is bijna tien jaar geleden: in 2015 kon ons publiek Boreas Quartett Bremen voor het eerst aan het werk horen tijdens Laus Polyphoniae en in 2017 waren jullie opnieuw te gast in AMUZ. Sindsdien heeft het ensemble nog een mooi parcours afgelegd.

Dat is alweer even geleden, maar als ik erover nadenk, kan ik wel zeggen dat ons optreden in 2015 een ijkpunt voor ons was. Sinds de eerste uitvoeringen in 2006 of 2007 – we studeerden nog samen aan het conservatorium – was Boreas Quartett Bremen altijd ‘wij vier’ geweest, bijna als vier zussen die altijd samen waren. Het duurde een hele tijd voor we ons openstelden voor samenwerkingen. Het Petrus Alamire Lab in 2015 (een variant van de International Young Artist’s Presentation in het kader van de festivaleditie rond Petrus Alamire, n.v.d.r.) was de aanleiding om voor het eerst iets te ontwikkelen met een andere kunstdiscipline. We werkten toen samen met beeldend kunstenares/vormgeefster Katharina Berndt, waarbij de miniaturen in Alamire’s manuscripten het uitgangspunt vormden. In die zin heeft Laus Polyphoniae ons als ensemble een boost gegeven om out of the box te denken voor concertprogramma’s.

Deze zomer zijn jullie opnieuw te gast met muziek uit een manuscript van Petrus Alamire.

Dat klopt. Als blokfluitkwartet rekenen we de muziek uit de renaissance tot ons kernrepertoire. Toen we in 2019 over een nieuw project nadachten, besloten we een programma samen te stellen met de ‘best of’ uit de Franco-Vlaamse polyfonie. Bij het zoeken naar de beste muziek voor consort (instrumentaal ensemble) uit die tijd, herinnerden we ons de Basevi Codex, die we, in plaats van bloemen, als facsimile-uitgave hadden gekregen na ons optreden tijdens Laus Polyphoniae in 2015. De muziek in dat handschrift is eigenlijk al een ‘best of’: de beste hits van de tijd waarin het werd gemaakt (tussen 1505 en 1514 in het atelier van Petrus Alamire, n.v.d.r.). Omdat de Basevi Codex voornamelijk liederen bevat die je gezongen of instrumentaal kan uitvoeren, wilden we graag samenwerken met een zangeres. En wie was beter geschikt voor dit repertoire dan Dorothee Mields! We kenden haar al jaren, want ze woont in dezelfde stad als wij, maar we hadden nog niet eerder samengewerkt. Het was een hele fijne ervaring en sindsdien werkten we met Dorothee nog een programma uit rond muziek van William Byrd, samen met Hathor Consort.

De Basevi Codex bevat geen eenduidige partituur. Het is niet helemaal duidelijk hoe de muziek die erin staat, destijds werd uitgevoerd. Hoe gingen jullie daarmee om?

Inderdaad. Bij sommige composities staat de tekst duidelijk vermeld, bij andere slechts het incipit, een enkel lied heeft de notennamen als incipit, bij weer andere wordt alleen de componist vermeld. Hieruit kan blijken dat heel wat van de ‘hits’ van die tijd louter instrumentaal werden uitgevoerd of met een zanger, als die de tekst kende. Dat bood ons veel vrijheid om ermee aan de slag te gaan. De tekst of het incipit bepaalde voor ons welk karakter de uitvoering moest krijgen. Daarop beslisten we of we het stuk zouden spelen op onze blokfluiten met een hoger of lager register, en welke partij Dorothee zou kunnen zingen. Want in meerstemmige polyfonie hoeft ze – ook al is ze sopraan – niet per se de hoogste partij te zingen. In Royne du ciel / Regina caeli van Johannes Prioris kozen we er bijvoorbeeld voor om Dorothee de laagste partij te laten zingen, waarbij we de drie bovenste stemmen op drie sopraanblokfluitjes spelen, die een octaaf boven haar stem klinken, alsof ze een klein engelenkoortje vormen. Door de keuze van blokfluiten en de verhouding tot Dorothees stem konden we veel verschillende kleuren toevoegen aan het programma.

Jullie maakten de plannen voor dit nieuwe concertprogramma rond de Basevi Codex in 2019, maar toen gooide Covid-19 roet in het eten.

Ja, het was dus niet onmiddellijk mogelijk met het programma op te treden, maar gelukkig konden we het in de zomer van 2020 wel opnemen op cd. Dat bleek achteraf een geluk te zijn, want de opname ontving lovende kritieken en won zelfs de International Classical Music Award 2022 in de categorie oude muziek (waarbij opnamen van o.a. Stile Antico, Ensemble Clément Janequin, Hespèrion XXI en Fretwork de duimen moesten leggen tegen de Basevi-cd van Dorothee Mields en Boreas Quartett Bremen, n.v.d.r.). We zijn heel blij het programma nu ook live te kunnen uitvoeren in AMUZ, waar het zaadje van dit project werd geplant, waar het eigenlijk allemaal begon. We gaan steeds op zoek naar concertprogramma’s die een hedendaags publiek bekoren. Voor ons volstaat het niet om een historisch geïnformeerd concert te spelen met elke noot op de juiste plaats: het programma moet zó zijn samengesteld en opgebouwd dat het publiek van vandaag zich aangesproken voelt. Eigenlijk wilde de Basevi Codex net hetzelfde: de samenstelling van dit manuscript in de omgeving van het hof van Margareta van Oostenrijk was een selectie van de favoriete muziek van toen. Dit programma is voor ons een perfecte combinatie van historische uitvoeringspraktijk én de juiste dramaturgie, wat een publiek van vijfhonderd jaar geleden én van vandaag aanspreekt, zonder moderne trucs te moeten toepassen of het te overgieten met een cross-over-sausje. Deze muziek heeft dat niet nodig, die ís gewoon steengoed.

Robin Steins

Naar het concert

Dorothee Mields & Boreas Quartett Bremen – Basevi codex

25 augustus 2024 22:15