Home > Nieuws > AMUZ > De muziekdrukken van Plantijn

De muziekdrukken van Plantijn

Verschillende ensembles brengen tijdens deze editie van Laus Polyphoniae muziek die ooit nog door het drukkersatelier van Christoffel Plantijn en diens nageslacht de wereld werd ingestuurd. Hoewel de Officina Plantiniana niet gespecialiseerd was in muziekdruk, waren de muziekuitgaven van Plantijn van belang voor de Europese polyfonie van de 16de eeuw. Omwille van hun alom gerenommeerde kwaliteit klopten musici en componisten graag aan bij Plantijn en zijn opvolgers. Er moet in 16de-eeuws Antwerpen veel muziek hebben geklonken: in de kerk, thuis, in de kroeg … Maar het muzikale verhaal van de Antwerpse glorietijd is niet volledig zonder het verhaal van de muziekreproductie en -druk.

Christoffel Plantijn (ca. 1520-1589) was dan misschien niet per se gespecialiseerd in muziekdrukken, er rolde wel degelijk muziek van zijn drukpersen. Dat waren grote koorboeken, zoals het Octo missae quinque, sex et septem vocum van Georges de La Hèle (de allereerste muziekuitgave van Plantijn én een echt prestigewerk), maar net zo goed werkboeken over de muziektechnische aspecten (bv. De consonantiis seu pro diatessaron van Andreas Papius, 1581) of een zangboek voor processies (Processionale, 1574) in opdracht van de kathedraal, toen nog de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Die laatste druk, die u dankzij Google Books makkelijk kan doorbladeren, is bovendien een mooi voorbeeld van de dubbeldruk in twee kleuren, rood en zwart. Bij die dubbeldruk verdwijnt het papier twee keer onder de pers: een eerste keer voor de notenbalk in het rood, een tweede keer om met zwarte inkt de muzieknoten en de tekst te drukken.

Die rood-zwartdruk was typisch voor liturgisch drukwerk. Het gebruik van rode inkt is een uitloper van de tijd waarin kopiisten rood gebruikten om structuur aan te brengen in handgeschreven teksten. Witruimte laten of een nieuwe paragraaf beginnen was op kostbaar perkament geen optie. De schriftdrager moest ten volle worden gebruikt en dat betekende met rode inkt onderstrepen of een paragraafteken aanbrengen om visueel vorm te brengen in een tekst.

Er was nog een tweede drukprocedé, waarbij de afzonderlijke noten en de notenbalk samen in één karakter vervat zaten. Iedere noot, muzieksleutel en rust werd dus voorzien van een stukje notenbalk en in een aparte matrijs – een koperen drukplaatje – gegoten. Alle afzonderlijke stukjes werden vervolgens aan elkaar gezet om tot een volledige pagina muziek te komen. Het vergde enige behendigheid om alle notenbalken perfect te laten aansluiten – als je goed kijkt, kan je bij zo’n muziekdrukken zien dat de notenbalk telkens wordt onderbroken – maar de zetter had maar één drukgang nodig.

Behalve voor de La Hèle drukte Plantijn nog voor een tiental andere componisten. De oudere Plantijnse drukken bevatten onder andere werken van Philippus de Monte, Matthias Potier, Séverin Cornet, Jacobus de Kerle en Claude Le Jeune. In 1589, het jaar van zijn dood, zou Plantijn bezig zijn geweest met de voorbereidingen voor de uitgave van een bundel met chansons van Andreas Pevernage. Plantijns zoon en opvolger Jan I Moretus (1543-1610) zag veel minder brood in het drukken van muziek. Hij zou sneller hebben doorverwezen naar de drukkerij van Petrus Phalesius jr. (1545–1629) die zich wel specifiek op de muziekdruk toelegde.

Het beeldmotet: topstuk en typisch Antwerps
Er klonk in de 16de eeuw niet alleen veel muziek, die muziek diende vaak ook een religieus doel. En in tijden van godsdiensttwisten bleek het beeldmotet – een combinatie van prentkunst en muziekdruk – een perfect middel om de contrareformatorische boodschap kracht bij te zetten.

Binnen de muziekreproductie en -druk nemen de beeldmotetten trouwens een belangrijke plaats in. In de 17de eeuw maakte de techniek met notentypen plaats voor de muziekgravure, waarbij de volledige partituur in negatief in een koperen plaat werd gekerfd. In de 18de eeuw werd die techniek de standaard en verving ze de notentypentechniek zelfs volledig. Elk beeldmotet is een perfect leesbaar stuk waarvan de muziek, vaak geïnspireerd op een religieuze tekst, specifiek werd gecomponeerd voor het kunstwerk. Tekst en beeld werden ook zorgvuldig op elkaar afgestemd. De graveur of plaatsnijder sneed vervolgens het ontwerp in spiegelbeeld uit de koperplaat. Daarna was de drukker aan zet, die de prent drukte en vaak ook uitgaf.

De beeldmotetten zijn niet alleen het vroegste voorbeeld van muziekgravures, ze zijn ook een typisch Antwerps fenomeen. Over de oplage en verspreiding is weinig bekend. Het staat wel vast dat ze in de 17de eeuw internationaal werden opgemerkt – de originele stukken werden immers gekopieerd en die kopieën werden verspreid. Maar niemand voelde zich geroepen tot de creatie van nieuwe beeldmotetten. De concentratie van kunstenaars, graveurs, componisten, ontwerpers, prentenhandelaars en uitgevers op Antwerps grondgebied in de 16de eeuw moet dan ook redelijk uniek zijn geweest!

Hoewel ze niet werden vervaardigd door de Officina Plantiniana, worden de beeldmotetten wel bewaard in het Museum Plantin-Moretus. Omwille van hun zeldzaamheid en uniciteit in de ontwikkeling van de muziektypografie in Vlaanderen werden de beeldmotetten in 2012 als topstukken opgenomen in de lijst van het roerend cultureel erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap.
Ze worden tijdens Laus Polyphoniae verklankt door de zangers van Utopia op zondag 20 augustus. Heeft u een ticket voor dit concert, dan kan u op vertoon daarvan exclusief de beeldmotetten bewonderen in het Museum Plantin-Moretus van 18 augustus tot en met 30 september.
Huelgas Ensemble en Cupertinos musiceren uit door Plantijn gedrukte bronnen op 18, 23 en 25 augustus.

Julie Hendrickx
Met dank aan Zanna Van Loon, Kristof Selleslach en Marijke Hellemans van Museum Plantin-Moretus

Naar de concerten

Huelgas Ensemble: Muziek aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk

18 augustus 2023 20:00

Utopia: Miroirs

20 augustus 2023 20:00

Huelgas Ensemble: Antwerpse drukkers

23 augustus 2023 22:15

Cupertinos: Duarte Lobo

25 augustus 2023 20:00