Op woensdag 28 augustus voert Dionysus Now! Adriaen Willaerts Missa Ippolito uit tijdens hun concert (c)-odes. Naast de componist en diens grandioze vocale werk eren ze daarmee ook musicoloog Joshua Rifkin, die erin slaagde een mysterieuze wederkerende melodie te ontcijferen in de mis, die een eerbetuiging blijkt van Willaert aan zijn broodheer. Maar hoe werkt dat, zo’n muzikale code ontcijferen?
Laten we ons samen het volgende klassieke scenario voorstellen: twee jongeren uit rivaliserende families zijn hopeloos verliefd, maar zijn bang voor de gevolgen van hun liefde. Stiekem communiceren ze via briefjes in een zelf uitgevonden taaltje, zodat enkel de ander de boodschap kan ontcijferen. Een buitenstaander leest enkel codetaal en is er dus niets mee.
Een ander beroemd scenario doemt op: de Enigma – een briljant instrument van de Nazi’s – vervult de dromen van de geallieerden met wanhoop. Vrachtschip na vrachtschip werd getorpedeerd door de gevreesde duikboten; de enige geheime communicatie die werd onderschept, kon op biljoenen manieren worden omgezet in tekst. Dankzij de destijds verguisde Alan Turing, die met zijn cryptoanalytische team de code kon kraken, werden er uiteindelijk duizenden levens gered en kon er een strategisch voordeel worden verkregen.
De gortdroge theorie leert ons het volgende. Een boodschap wordt gemaskeerd, oftewel ‘versleuteld’. De gecodeerde tekst, ook wel geheimschrift of cijfertekst genoemd, kan dan worden uitgewisseld, waarbij de ontvangende partij een ‘sleutel’ heeft om het geheimschrift weer om te zetten naar een leesbare tekst; de ‘klare tekst’. De eenvoudigste methode hiervoor is het Caesarcijfer, waarbij elke letter een aantal letters (zes bijvoorbeeld) opschuift: A wordt G, B wordt H, C wordt I enz. ‘Dionysus’ wordt dan ‘Joutexax’: wartaal voor een buitenstaander, heel eenvoudig voor iemand met de sleutel.
Minder levensbelangrijk, maar even passievol zijn de muzikale kunstgrepen waarin semicryptische boodschappen verdoken zitten. Enkele componisten staan bekend om hun versleutelde odes, knipogen of (zelf)liefdesuitingen: verbind de eerste letters van enkele noten in een melodie, en je krijgt een boodschap. Zo verkrijg je de letters B-A-C-H volgens de Duitse muzieknotatie met de noten si mol – la – do – si – een prominent thema in de Kunst der Fuge. Doorheen de recente muziekgeschiedenis werden aan J.S. Bach, de meester der fuga’s, hommages gebracht in de vorm van zo’n melodie. Componisten van Franz Liszt tot Arvo Pärt uitten op die manier hun bewondering.
Johannes Brahms en Dmitri Sjostakovitsj voerden hetzelfde trucje uit. Brahms gebruikte het cryptogram B-A-H-S (si mol – la – si mi mol) in de Fuga in as, WoO 8 om naar zijn eigen naam te verwijzen (de R en M heeft hij dan niet in muzieknoten omgezet). Sjostakovitsj verwees naar zijn initialen in de muzieknotatie D(e)S-C-H (re – mi mol – do – si) in strijkkwartetten en symfonieën. Pauline Oliveros wierp John Cage op dezelfde manier een kus toe in Dear.John: a canon on the name of Cage (in de vorm C-A-G-E, of do-la-sol-mi). Voor de luisteraar is het minstens een Waar is Wally-spel, of toch een uitnodiging tot meer actief luisteren.
Olivier Messiaen ging nog veel verder. Gefrustreerd door het fundamentele gebrek aan manieren om gedachten uit te drukken met programmatische (niet-vocale) muziek, bedacht hij een geheel nieuwe muzikale taal – de ‘Langage communicable’, een mix van Frans en Latijn met enkel substantieven, adjectieven en werkwoorden. Niet alleen krijgen 24 letters een toonhoogte, register en lengte toegewezen, om gehele zinnen te communiceren, componeerde hij sequenties om de Latijnse naamval aan te duiden voor élk woord. Zo kon hij als diepgelovig christen in zijn Méditations sur le mystère de la Sainte Trinité met de hulp van enkel een orgel hele teksten tot zijn God richten. On(be)grijpbaar zonder de cryptografische sleutel, of toch voor het ongetrainde oor.
Het is quasi dezelfde beweegreden die Philip Thicknesse (1719-1792) had toen hij in het traktaat A treatise on the art of deciphering, and of writing in cypher: With an harmonic alphabet (1772) verkondigde dat een “goede ontcijferaar ook een goed muzikant moet zijn.” Hij moet immers een onderscheid kunnen maken tussen ‘echte’ harmonische muziek en onzinnige muziek die een code is om boodschappen over te brengen. Wederom, elke notenwaarde krijgt een bepaalde letter toegewezen volgens een afgesproken sleutel. Partituren zijn voor leken immers altijd een doolhof van bolletjes en worden pas reële muziek wanneer gespeeld door een muzikant. Wie verwacht nu dat deze melodieën strategieën bevatten om een beleg te doorbreken of om vijandelijke posities weer te geven?
Het is dan ook meer dan bewonderenswaardig – of mag ik zelfs zeggen, heldhaftig? – dat Joshua Rifkin – musicoloog, blueskenner, dirigent en expert-cryptograaf – een eeuwenoude muzikale code heeft gekraakt. Een wederkerende tenorpartij (cantus firmus of basisstem) in Willaerts Missa Sine nomine zingt een patroon dat bestaat uit dertien noten:
Mi ut mi sol mi ut fa mi fa mi re re mi
Rifkin oppert dat deze notenreeks een ‘soggetto cavato delle parole’ bevat, een compositietechniek waarbij de klinkers van een boodschap worden nagebootst door de gelijkklinkende noten – een techniek overigens ontwikkeld door Josquin des Prez! De boodschap die volgens Rifkin zou worden verkondigd door de tenorpartij is de volgende:
Primus Ippolitus Cardinalis Estensis
Primus wordt vervangen door de noten mi en ut, Ippolitus door mi sol mi ut enz. Met dank aan Rifkin is het duidelijk geworden dat deze polyfone mis uiteindelijk een verdoken ode aan de toenmalige hoofdgeestelijke van dienst is; Adriaen Willaert was tussen 1515 en 1520 in dienst van kardinaal Ippolito I d’Este, eerst in Rome en vervolgens in Ferrara. Na de voortijdige dood van de kardinaal in 1520 werkte Willaert voor diens broer, hertog Alfonso I d’Este. Of de geestelijke zelf de verborgen code kon afleiden door goed te luisteren, is nog maar de vraag. Uit een gecodeerde melodie zonder woorden een dergelijke klare tekst kunnen ontcijferen, verdient alleszins ons kardinaal respect.
Alexander Van den Eijnden