Home > Nieuws > Laus Polyphoniae > Een middag duizelingwekkende polyfonie met Utopia Ensemble

Een middag duizelingwekkende polyfonie

De stem van Lieven Termont (Utopia Ensemble)

Utopia Ensemble heeft in de loop der jaren een traditie opgebouwd om te verrassen met onbekend repertoire. Nadat ze het werk van Tielman Susato en Andreas Pevernage hebben verkend, richten ze zich nu op Jacobus Vaet. Van Kortrijk tot Wenen: Vaet kende zoals zovele getalenteerde polyfonisten uit de 16de eeuw een boeiende carrière. Lieven Termont, bariton van het ensemble, geeft meer uitleg over het programma.

 

Laus Polyphoniae onderzoekt komende zomer de relatie tussen eenstemmige en meerstemmige muziek. Centrale pijler in jullie concert wordt Vaets Missa Quodlibetica. Op welke manier past die mis in het thema van Laus Polyphoniae?

Toen AMUZ-directeur Bart Demuyt me over het thema had gesproken, begon ik na te denken over verschillende pistes. Ik kwam uit bij de vorm van het quodlibet, waarin verschillende eenstemmige motiefjes, of zelfs liedjes, worden samengevoegd. Een mooi voorbeeld, dat veel mensen kennen zonder het misschien te beseffen, is het quodlibet in Bachs Goldbergvariatie. In de 30ste variatie, net voor de herhaling van het hoofdthema op het einde, combineert Bach verschillende melodieën met elkaar. Bach was echter niet de eerste die dat deed, de techniek kwam al voor in de renaissance. Er werden niet alleen verschillende muzikale motieven gecombineerd, maar ook liederen in verschillende talen.

Jacobus Vaets Missa Quodlibetica is een vijfstemmige mis en gezien de titel ging ik ervan uit dat ik al snel verschillende melodieën zou herkennen. Het kwam in de renaissance geregeld voor dat een religieuze mis gebaseerd was op een wereldlijk lied, een voorbeeld daarvan is Josquins Missa L’homme armé super voces musicales. De Tsjechische musicoloog Jan Baťa, verbonden aan de Karelsuniversiteit van Praag, onderzocht Vaets mis, alsook vier gelijknamige missen van Vaets leerling Carolus Luython. Opmerkelijk, Baťa vond geen enkele bekende melodie terug, maar in zijn visie verwijst de Missa Quodlibetica naar een minder gebruikelijke compositietechniek: in plaats van te werken met bekende melodieën, afkomstig van bijvoorbeeld het gregoriaans of wereldlijke liederen, gaan Vaet en Luython net heel vrij te werk. Baťa gaat ervan uit dat ze zelf motieven hebben bedacht, die ze in de mis steeds met elkaar afwisselen.

In de renaissance verwerkten veel componisten muzikale spelletjes en raadsels in hun muziek. Zou het ook kunnen dat Vaet tegenwoordig vergeten melodieën in zijn mis integreerde, waar de luisteraar naar kon raden?

Dat is ook een optie. Als ze nergens beschreven staan, is het natuurlijk moeilijk na te gaan wat de oorspronkelijke melodieën zouden kunnen zijn. Ik begon dan te speculeren waar de componist zijn motieven had gehaald, wat zijn inspiratiebron was. Waren het melodieën die hij recent had gehoord, of waren het herinneringen uit zijn kindertijd? Bij mezelf cirkelen er al meerdere jaren regelmatig melodieën door mijn hoofd die ik niet meteen kan thuisbrengen. Wanneer ik dan bijvoorbeeld een Bachcantate die ik vroeger eens heb gezongen. na jaren opnieuw uitvoer, word ik me bewust van de oorsprong van die melodie. Ik kan me inbeelden dat ook bij Vaet melodieën uit zijn verleden door zijn hoofd spookten. Daarom vond ik het leuk om de mis te combineren met muziek van Vaets leermeesters, of van componisten wier werk hij ongetwijfeld moet hebben gekend toen hij nog in Kortrijk leefde.

Daar zitten bekende namen bij, zoals Clemens non Papa, maar ook onbekende componisten.

Ik heb interessante werken gevonden van Pieter Maessins, die van 1540 tot 1543 zangmeester was in de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Kortrijk, en van Eustache Barbion, de opvolger van Maessins. Vaet zong toen als knaap in het koor van de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Sommigen zien in Vaets oeuvre ook invloeden van componisten als Jacquet de Mantua en vooral Nicolas Gombert. Vaet was ook vertrouwd met het werk van Clemens non Papa. Een beroemd motet van Clemens is Musica, Dei donum optimi en ik denk dat het niet toevallig is dat Vaet een motet heeft gecomponeerd met dezelfde titel. Hij schreef ook een motet ter nagedachtenis van Clemens, Continuo lachrimas.

Vaets banden met Kortrijk werden al aangehaald, maar waar verbleef Vaet nog?

We beschikken niet over heel veel aanwijzingen, maar we zijn er dus wel zeker van dat hij zijn jeugd in Kortrijk heeft doorgebracht. Daarna is hij naar Leuven getrokken om te studeren, maar in bronnen komt hij daar soms wel voor als De Vaet of Van der Vaet. Volgens sommige Leuvense bronnen zou hij afkomstig zijn van Harelbeke, andere spreken dan weer van Kortrijk. Vervolgens werkte hij in Wenen aan het hof van keizer Maximiliaan II. Aanvankelijk als tenor, maar hij schopte het tot kapelmeester van het hof. Vaet werd trouwens gewaardeerd door de keizer. Hij heeft vooral motetten en missen gecomponeerd in een heel gepolijste polyfone stijl. Ik vind het ongelooflijk sterke muziek.

 

Frederic Delmotte

Naar het concert

Utopia Ensemble

26 augustus 2024 13:00