Home > Nieuws > Laus Polyphoniae > Reconstructie van Obrechts Missa Scaramella: de stemmen die ontbreken

De stemmen die ontbreken

De reconstructie van Obrechts Missa Scaramella

Hoe moeilijk is het om een mis van een renaissancecomponist als Jacob Obrecht te reconstrueren? Wel, vergelijk het met de restauratie van een renaissanceschilderij, een kerststalscène bijvoorbeeld. Stel u voor dat behalve de stal en het Christuskind in de kribbe alle andere elementen zijn vervaagd. Instinctief weet u dat Maria en Jozef erbij horen te staan. Idem dito voor de drie koningen en een os en ezel. U weet zelfs veel meer dan enkel de grote lijnen. Zo ziet u Maria met lichtblauwe kleding voor u en Jozef als een iets oudere man met een baard. Hetzelfde geldt voor de koningen uit het Oosten: rijkelijk gekleed, al dan niet met tulband, u weet dat ze geschenken bij zich dragen. Het gaat om details, maar zonder al te veel moeite kan u die details invullen. Net zoals een restaurateur kennis heeft van de schildertechnieken, het materiaal- en kleurgebruik van weleer, weet de musicoloog hoe de muziek uit een bepaalde periode in elkaar zit. “De reconstructie van een renaissancemis met een cantus firmus verloopt niet zo anders dan de restauratie van een renaissenceschilderij”, verzekert Fabrice Fitch. “Als je de vuistregels van contrapunt kent en thuis bent in de muziek van Jacob Obrecht, dan kan je ook inschatten wat Obrecht naar alle waarschijnlijkheid zou hebben gedaan in verschillende omstandigheden.” Eitje, toch?

Fabrice Fitch, componist en musicoloog gespecialiseerd in renaissancepolyfonie en de uitvoering ervan, en verbonden aan het conservatorium in Schotland, vatte de reconstructie met enig zelfvertrouwen aan. “Want eigenlijk hebben we de volledige mis, alleen missen we de helft van de informatie.” De Missa Scaramella van Jacob Obrecht (1457-1505) overleefde enkel via de stemboekjes van de alt en de bas, de boekjes van de discantus en tenor raakten zoek. Waar, wanneer en hoe dat gebeurde, weet niemand. Hoewel ze maar de helft van de informatie leverden, zorgden de twee overgeleverde stemmen wel onmiddellijk voor continuïteit in de reconstructie. Fitch vertelt: “Waar ik me ook bevond in de compositie, voor elk deel was er een context. Een groot deel van die context komt gewoon van de naamgeving: Missa Scaramella – een mis gebaseerd op het gelijknamige Italiaanse volksdeuntje. Daardoor weten we dat het een mis is die werd gebouwd op een vaste melodie: de cantus firmus. In dit geval: Scaramella va alla guerra. En net zoals Maria en Jozef in de kerststal hun vaste plaats hebben, is in een mis als deze de tenor de stem die de cantus firmus draagt. Dus het eerste wat ik moest doen, was op zoek gaan naar alle plaatsen in de muziek waar ik dat deuntje kwijt kon. Want dan had ik drie complete stemmen: alt, tenor en bas. Zo werd een moeilijk project voor mij haalbaar.”

Obsessie

Er zijn natuurlijk nog renaissancewerken die we niet in hun volledigheid kennen. Jammer genoeg werden ze niet geschreven door een componist van het kaliber van Obrecht. Het was dan ook Obrechts aantrekkingskracht waaraan Fitch niet kon weerstaan. Hij zegt dan ook niet zonder reden dat deze reconstructie een uitdrukking is van zijn gevoel voor Obrecht als componist. Een gevoel dat niet alleen overeind bleef, maar zelfs toenam. Toch is Obrecht niet de enige spil in dit verhaal, het was immers wijlen Philip Weller die Fitch vroeg om dit project samen met hem op te nemen. Weller was als musicoloog verbonden aan de universiteit van Nottingham en lag door zijn bijzondere interesse voor renaissancepolyfonie, meer bepaald de reconstructie van onvolledige composities, mee aan de basis van heel wat concertprogramma’s van The Binchois Consort. “Toen Philip in 2018 onverwachts overleed, geloofde ik niet dat ik deze reconstructieklus zonder hem zou kunnen klaren. Samen hadden we slechts enkele kleine secties afgewerkt; omdat we daarnaast allebei voltijds werkten, was het niet evident om gestaag te vorderen.” Het was Andrew Kirkman, artistiek leider van The Binchois Consort, die Fitch wist te overtuigen om met de reconstructie door te gaan. Het eerder vermelde zelfvertrouwen moest toen nog groeien. Fitch zag enkel de berg die hij over moest: “Ik heb toen getwijfeld of het me zou lukken. Maar wel meerdere van mijn projecten startten met het idee “Dit kan ik niet.”

Er ging bijna twee jaar van piekeren, corrigeren, optimaliseren en perfectioneren voorbij tot Fitch met een opgelucht en oprecht hart tegen zichzelf kon zeggen dat het goed was. Omdat hij naast musicoloog ook zelf componist is, dringt de vraag zich op welke identiteit het voortouw nam. “Heel eerlijk? Ze hebben alle twee bijgedragen aan de reconstructie. Onderweg ben ik toch enkele stevige knopen tegengekomen die ik onbevreesd moest doorhakken. Dat waren telkens beslissende momenten waarop ik moest kiezen welke richting de muziek nu uit moest. De vertrouwdheid die ik als componist heb met het werken met muzikaal materiaal, met de noten kwam dan van pas. En als componist heb ik me voor deze reconstructie net zo hard geëngageerd als ik zou hebben gedaan voor een compositie met míjn naam erop.” Dat engagement leidde ook tot nachtelijke sessies en het obsessief wakker liggen van moeilijke passages. “Het is de gekke combinatie van er obsessief mee bezig te zijn en er op tijd afstand van te nemen die je tot resultaten brengt. Misschien niet altijd het resultaat dat Obrecht voor ogen had, maar er zijn toch passages waarvan ik weet dat mijn oplossing hoogstwaarschijnlijk ook de zijne was.”

Menselijke activiteit versus artificiële intelligentie

Had AI deze klus trouwens niet kunnen klaren als ze werd gevoed met de regels van contrapunt en het voltallige, bekende oeuvre van Obrecht? Fitch: “Ik ben ervan overtuigd dat AI wel iets had kunnen bedenken dat werkt.” Hij denkt lange tijd na en komt uiteindelijk zelf met een andere vraag op de proppen. Een existentiële vraag, een die we ons misschien allemaal zouden moeten stellen: “Zelfs als AI kan doen wat wij doen, wil dat dan zeggen dat wij ermee moeten stoppen?” Vrijelijk vertaald: waarom doen we wat we doen? Fitch: “We ondernemen vaak iets vanuit onze nieuwsgierigheid. In dit geval exploreren we tijdens de reconstructie van een kunstwerk ook een menselijke activiteit. Ook al zou die intelligentie met exact hetzelfde antwoord op de proppen komen, voor mij blijft dit een uniek project.” Het resultaat mag dan hetzelfde zijn, de ervaring is dat allerminst.

In de vergelijking met AI zouden we een fout maken om Fitch zijn ervaring te beperken tot de reconstructie van de Missa Scaramella. Zijn uitvergrote focus op Obrechts onvolledige mis maakte Fitch immers alerter voor de uitingen van diens persoonlijke stijl. “Bepaalde technische aspecten van zijn manier van werken werden me veel duidelijker; de manier waarop hij de baslijn componeert ten opzichte van de cantus firmus bijvoorbeeld! Obrecht hield ervan om materiaal meermaals te transponeren (het overzetten van muziek naar een andere toonsoort, n.v.d.r.). Hij vond graag passages uit die hij dan later ergens anders kon hernemen. Het was een spel dat hij graag speelde terwijl de cantus firmus volop in beweging is. Plots zag ik dat hij dat in zijn andere missen ook deed. Wanneer je iets voor langere tijd van heel dichtbij bestudeert, ben je in staat om dingen te identificeren waar je anders geen oog voor hebt.” Fitch ontpopte zich, onbedoeld, als speurneus. Hij ontdekte dat Obrecht in een van zijn andere missen – in het midden van het Benedictus dan nog wel, het meest heilige deel van de mis – een letterlijk citaat verwerkte van het Nederlandse volkswijsje Meisje is uw kutje ruw. “Gek genoeg was dat lang onopgemerkt gebleven”, lacht hij. Nog een ervaring die AI hem niet kan afnemen, ook al was ze toevallig. En waar AI, vooralsnog, zelf niet toegekomen was.

De laatste ontdekking

De Missa Scaramella en haar ontbrekende stemmen, Fabrice Fitch vertelt u er alles over in zijn lezing op zaterdag 31 augustus. De originele bron, zijn reconstructie en de keuzes die hij daarin maakte, licht hij nader toe. Wat hij naar alle waarschijnlijkheid niet zal vermelden, is hoe hij met deze reconstructie eigenlijk geen twee, maar drie stemmen toevoegde. Een derde, stille stem, waarover hijzelf noch AI enig vermoeden koesteren. Stilte zegt meer dan woorden, zeker in de muziek. En in al haar stilte zingt die stem over vriendschap – die tussen Fitch en Weller – en laat ze zich voelen in verbondenheid. Niet enkel de hunne, maar dankzij het formidabele The Binchois Consort ook even de onze.

Julie Hendrickx

De lezing gaat door in het Engels.

Wie zich graag inleest op de muziek en het werk van Fitch, kan een exemplaar van het boek reserveren door voorin te tekenen. The Binchois Consort brengt vervolgens dit verbazende stukje polyfonie voor het eerst in ons land tot leven, op diezelfde zaterdag 31 augustus in de Sint-Pauluskerk, om 22.15 uur. De Missa Scaramella – u kan ze horen, zien en er meer over te weten komen, allemaal tijdens Laus Polyphoniae.

Naar het concert en de lezing

The Binchois Consort – Jacob Obrecht

31 augustus 2024 22:15

Lezing Fabrice Fitch, Royal Conservatoire of Scotland

31 augustus 2024 11:00