Van 13 tot en met 16 februari brengt AMUZ met inPRIMETIME een primeur: het eerste festival volledig gewijd aan de pianonocturne, muziek die de sfeer van de nacht ademt. In 7 recitals spelen 7 internationale topartiesten op 7 historische vleugelpiano’s uitsluitend nocturnes. Van meesterwerken van Chopin en Field tot verborgen parels van Rachmaninov, Grieg en verrassend veel anderen. De Nederlandse pianist Bart van Oort heeft allang een zwak voor de nocturne. Zijn talrijke cd-opnamen maakten hem tot een specialist in het genre en een vanzelfsprekende partner bij de opzet van dit festival. In dit interview deelt hij zijn passie en gunt hij ons een kijkje achter de schermen.
“Mijn verhaal rond de pianonocturnes is al in 1991 begonnen,” vertelt Van Oort, zijn ogen lichtjes glinsterend bij de herinnering. “Na mijn pianostudies in Amerika kreeg ik de kans om een eerste cd op te nemen op een historische piano. Ik koos voor de nocturnes van John Field. Daarvan bestonden amper opnamen, laat staan op een historisch klavier uit de tijd.”
Die eerste opname opende de deur naar een wereld vol andere nocturnes. “Later vroeg mijn platenmaatschappij of ik de nocturnes van Chopin wilde opnemen. Dat zette me aan om ook andere componisten te verkennen: tijdgenoten van Field en Chopin, maar ook minder bekende navolgers. Soms had ik daarbij puur geluk: via een Poolse studente van me aan het conservatorium van Den Haag kon ik de hand leggen op enkele vergeten Poolse nocturnes. Elk nieuw werk voelde als een schat die tevoorschijn kwam uit de schaduwen van de geschiedenis.”
Van ontdekking naar levenswerk
Die zoektocht leidde uiteindelijk tot nog meer cd-opnamen. “Ik nam een cd op met Franse nocturnes, en een met Russische. Onlangs nam ik zelfs nog een tweede album op met Russische nocturnes; opvallend hoeveel steengoede Russische er zijn. Ik heb plannen voor opnamen met nocturnes uit Scandinavië en Duitsland. Als het goed is, zullen dat er uiteindelijk tien zijn: tien cd’s volledig gewijd aan dit magische genre.”
De magie van de nocturne: een inkijkje in de ziel
“De nocturne is een genre dat eigenlijk uit de lucht kwam vallen, nog volop in de klassieke periode,” legt van Oort uit. “ Aan het begin van de 19de eeuw heeft de Ierse pianist en componist John Field de pianonocturne eigenhandig als nieuw genre op de kaart gezet. En wat er zo bijzonder aan is: voor het eerst in de hele klassieke periode is het een genre waarbij het puur om persoonlijke expressiviteit gaat. Anders dan een sonate of een rondo, heeft de nocturne geen vaste structuur of vorm. Het is alsof je een inkijkje krijgt in de ziel van de componist, zonder barrières.”
Fields nocturnes hadden meteen invloed. “Omdat Field zich ondertussen in Rusland had gevestigd en zijn eerste nocturnes daar publiceerde, raakten ze het eerst bekend bij zijn tijdgenoten in Oost-Europa, en ontstonden daar ook de eerste andere pianonocturnes: in Rusland en Polen. Zo kwam Chopin ermee in aanraking. Hij kende de nocturnes van zijn landgenote Maria Szymanowska en toen hij in Parijs aankwam, klonken daar al nocturnes van Kalkbrenner en Pleyel. Chopin heeft an sich niets uitgevonden aan de nocturne, maar zijn nocturnes hebben het genre wel tot een ongezien hoog niveau getild.”
Creatieve vrijheid en diepere lagen
Van Oort haalt ook plezier uit de creatieve vrijheid die de vroege nocturnes bieden. “Een aantal van Fields nocturnes hebben een ABA-vorm. We weten dat het in de klassieke periode nog altijd gebruikelijk was dat de uitvoerder de herhaalde A zelf versierde en erop varieerde. Dat moet bij die nocturnes van Field niet anders zijn geweest. Chopins nocturnes werden met zijn goedkeuring uitgegeven, en zowat elke moderne pianist speelt vandaag keurig wat er in de partituur staat, maar we weten uit de geschriften van zijn leerlingen dat Chopin zelf nooit twee keer hetzelfde speelde. Ik pretendeer niet ter plekke te improviseren zoals Chopin deed, maar ik probeer wel in de stijl van Chopin versieringen toe te voegen.”
Met en na Chopin waren er veel componisten die niet meer vertrouwden op de spontane versierkunst van hun tijdgenoot-pianisten en ervoor kozen die versieringen in detail uit te schrijven in hun partituren. “Je herkent die improvisatiestijl van Chopin zelfs nog in de nocturnes van Tsjaikovski. Daarna krijg je meer uitgewerkte composities, heel vaak met die dubbele psychologische laag. Een heel mooi voorbeeld daarvan is de onbekende Nocturne, opus 36 van Léon Boëllmann (1862-1897). Voor mij is dat, naast die van Debussy, een van de meest geniale nocturnes uit de Franse pianoliteratuur. Het is een relatief eenvoudig werk, maar Boëllmann voegt een soort broeierigheid toe, die geen enkele andere componist naar mijn mening zo heeft weten neerschrijven. Het is een nocturne die je werkelijk midden tussen de ogen treft.”
De diversiteit van de nocturne
Hoewel de pianonocturne vaak met Chopin wordt geassocieerd, benadrukt van Oort dat het genre veel breder is. “Dankzij de populariteit van Field en Chopin groeide de nocturne uit tot een van de meest geliefde pianogenres in de 19de eeuw. En ook daarna bleef het bloeien. Kijk naar het concert van Abdel Rahman El Bacha tijdens het festival: hij combineert de laatste nocturnes van Chopin met prachtige 20ste-eeuwse werken.” Van Oorts eigen verzameling 19de-eeuwse nocturnes groeide door de jaren heen uit tot maar liefst 650 composities uit talloze landen. “Voor dit festival hebben we de parels er echt wel uitgevist; en dat zijn er toch al een kleine honderd.”
“In het festival zijn alle nocturnes van Chopin chronologisch verdeeld over de 7 recitals en gecombineerd met die van componisten uit een bepaalde regio. Zo speel ik naast Chopin enkel Franse componisten, en Naruhiko Kawaguchi Spaanse en Poolse. Ik ben ervan overtuigd dat het publiek na elk van de recitals zal zeggen: ‘Nou, die Chopin is geweldig, maar die andere nocturnes zijn zeker zo indrukwekkend of mooi.’ Elk recital zit vol prachtige ontdekkingen.”
Een rijkdom aan historische piano’s
Het festival is niet alleen een ode aan de nocturne, maar ook aan de historische vleugelpiano. “Samen met Olga Pashchenko en programmator Robin Steins hebben we 7 piano’s uitgezocht uit de collectie van Chris Maene. Hieruit koos elke pianist twee of drie instrumenten voor zijn/haar programma. Het zijn stuk voor stuk originele instrumenten van bekende bouwers als Erard, Pleyel, Bechstein en Steinway.”
Een eenmalige kans voor een onvergetelijke ervaring
Van Oort straalt wanneer hij over het festival praat. “Ik ben heel blij hoe het festival uiteindelijk vorm heeft gekregen. Het publiek krijgt echt een ongelooflijk cadeau: zo’n veelheid aan componisten, compositiestijlen en nationale scholen. De rijkdom van al die prachtige instrumenten, bespeeld door een uitzonderlijk sterke groep pianisten.”
“Ik voorspel: in elk van de concerten val je van de ene muzikale verbazing in de andere, de nocturnes zijn altijd weer anders qua karakter: melancholisch, tragisch, gepassioneerd, broeierig, meditatief, en ik kan zo nog tientallen andere woorden bedenken om de unieke sfeer van elke nocturne te beschrijven. Samen maken ze elk afzonderlijk concert tot een rijke, unieke en kleurrijke ervaring.”
Binnenkort laten we Naruhiko Kawaguchi en Laura Granero aan het woord over hun selectie nocturnes. Meer over de concerten van Bart van Oort, Florent Albrecht, Naruhiko Kawaguchi, Laura Granero, Jan Michiels, Olga Pashchenko en Abdel Rahman el Bacha vindt u hier: PIANONOCTURNESinPRIMETIME. Om alvast in de sfeer te komen maakten we voor u deze teaser Spotify playlist.