In de voorstelling Joined at the hip staan een strijktrio en een danser op scène, maar verwacht geen gewone dansvoorstelling met livemuziek. De rol die de danser inneemt, staat ten dienste van de muziek, niet andersom. De sprankelende strijktrio’s van Beethoven en tijdgenoot Hyachinthe Jadin staan op de voorgrond. Cellist en artistiek leider Thomas Luks licht de voorstelling toe.
Als uitvoerder van klassieke muziek ben ik allang geboeid door de verhouding tussen muzikant en luisteraar. In een interview zei pianiste Maria João Pires ooit dat ze nooit het gevoel had dat zij het publiek tijdens haar uitvoering iets ‘gaf’ en dat het publiek iets ‘kreeg’, maar dat de muziekbeleving plaatsvond tússen muzikant en publiek, dat iedereen bezig was met hetzelfde. In die zin ben ik ook op zoek naar een manier om connectie te maken met het publiek. Tegelijk wil ik de muziek die we spelen bevattelijker maken voor het publiek. Uiteraard kan je als luisteraar gewoon achterover leunen, de muziek op je af laten komen en ervan genieten. Daar is niks mis mee. Maar als we een strijktrio uitvoeren van bijvoorbeeld Beethoven, heeft de componist de viool, de altviool en de cello elk een eigen partij toebedeeld die muzikaal met elkaar in dialoog gaan. Die muzikale retoriek, dit muzikale gesprek tussen de instrumenten/musici is een wezenlijk onderdeel van vele klassieke composities. Als uitvoerder zou ik het dan fijn vinden dat het publiek dat ‘muzikale gesprek’ evenzeer kan volgen. Daarom zocht ik een manier om dat helderder te krijgen, zonder dat het ‘uitleggerig’ of pedagogisch wordt.
Dat ik hiervoor naar beweging greep, is niet onlogisch: in de meeste culturen maakt beweging immers intrinsiek deel uit van de muziekbeleving. Maar in de hedendaagse klassiekemuziekcultuur zijn we dat helemaal kwijtgespeeld; er wordt verwacht dat het publiek vooral stil zit om te luisteren. Door beweging aan de uitvoering toe te voegen, willen we in de eerste plaats de focus op de muziek vergroten. Joined at the hip is geen
dansvoorstelling met livemuziek. De danser is in dit geval een spotlight op de muziek; door te kijken naar de danser, ga je beter luisteren.
Ik wilde voor deze voorstelling dan ook absoluut werken met danser Mark Lorimer, met wie ik al meermaals samenwerkte in verschillende producties. Mogelijk (her)kent het publiek Mark ook wel, hij heeft vele jaren bij Rosas gedanst en was dus vaak op de Belgische podia te zien. Mark is de ideale partner in ons verhaal: enerzijds is hij een geweldige danser en anderzijds heeft hij een grote muzikaliteit en een enorme muzikale bagage. Hij zat dan ook direct op onze golflengte om de muziek op de voorgrond te houden in deze voorstelling, en dat door middel van de dans. Hij ging de uitdaging aan om hiervoor een bewegingstaal te vinden én om ons daar als strijktrio in mee te nemen. Door met zijn vieren veel uit te proberen en te experimenteren, zijn we tot deze voorstelling gekomen. Het was een collectief proces, waarbij de inbreng van elk van ons zinvol en nodig was. Ook violiste Marieke Bouche en altvioliste Manuela Bucher werkten reeds eerder mee in theater- en dansproducties, waardoor ze vertrouwd waren met dit soort creatieprocessen.
Eigenlijk willen we dat het publiek in de eerste plaats naar de voorstelling komt om de muziek te beluisteren. Centraal staat immers steengoede muziek voor strijkktrio van Mozart, Beethoven en tijdgenoot Hyachinthe Jadin. Luisteren is allesbehalve een passieve bezigheid. Joined at the hip reikt het publiek extra tools aan om de luisterervaring te verdiepen. De danser en de drie muzikanten interageren voortdurend, op een poëtische, ludieke en intuïtieve manier, en versterken zo de focus op datgene waar het allemaal om gaat: het luisteren naar, het beleven van de muziek.