Home > Nieuws > Laus Polyphoniae > Philippe de Vitry: meester van de middeleeuwse muziekvernieuwing

Philippe de Vitry

De meester van de middeleeuwse muziekvernieuwing

 

Philippe de Vitry was een multitalent; componist, theoreticus, bisschop … Deze allround-figuur had in de 14de eeuw ook een prominente stem in de muziektheorie. Met zijn traktaat Ars nova stelde hij een stand van zaken op van de nieuwste ideeën en technieken in de 14de-eeuwse muziek. David Chappuis, musicoloog verbonden aan de Haute école de musique de Genève en artistiek leider van Ensemble Arborescence, verdiept zich reeds enkele jaren in het leven en werk van de fascinerende figuur.

Philippe de Vitry (1291-1361) is bij musicologen een sleutelnaam dankzij zijn invloedrijke traktaat Ars nova, maar bij een breder cultureel publiek geniet vooral Guillaume de Machaut (ca. 1300-1377) grotere naamsbekendheid als boegbeeld van de 14de-eeuwse muziek. Wie was de Vitry en waarom verdient ook hij een plek in de schijnwerpers?
Het probleem is dat hij eigenlijk een illustere onbekende is. In 2023 hielden we in Genève een colloquium rond de Vitry waarbij de grote vraag luidde: “Wat weten we nu eigenlijk over deze man?” Op het gebied van zijn muzikale nalatenschap kunnen we slechts zes motetten met zekerheid aan hem toeschrijven. Hetzelfde geldt voor slechts twee gedichten. En wat zijn Ars nova betreft, stellen we vast dat heel wat teksten werden neergeschreven door zijn studenten, met de vermelding “volgens Philippo de Vitriaco”. We kennen echter wel meer details over zijn administratieve functies in politieke en religieuze context. Philippe de Vitry genoot destijds reeds een aanzienlijke mondelinge reputatie die eeuwenlang doorleefde. Er worden heel wat zaken aan hem toegeschreven, maar uiteindelijk hebben we weinig rechtstreekse bewijzen. We baseren ons dus op sporen van elementen die in zijn eigen tijd over hem werden gezegd. Petrarca roemde hem bijvoorbeeld als de grootste dichter in de Franse taal, door andere schrijvers werd hij de hemel ingeprezen als de beste componist van zijn tijd. Helaas is hij tegenwoordig minder bekend dan Guillaume de Machaut, want die zag toe op de kopieën die van zijn werken werden gemaakt en was een van de eersten die zijn werken signeerde. De Vitry maakte zich minder zorgen over zijn nalatenschap. Op het gebied van de muziektheorie werd de Vitry dan weer gelauwerd als de uitvinder van de ars nova, de ‘nieuwe kunst’. Maar daar houdt het niet bij op, hij had ook een reputatie als uitstekend mathematicus. Hij was dus onderzoeker, componist, mathematicus, politicus – een uomo universale zoals die in de renaissance voorkwam, met opmerkelijke competenties.

Wat houdt die nieuwe kunst in de muziek dan precies in?
Eerst en vooral gaat het over ritme. In de ars antiqua, dus bij de muziek van de Notre-Dameschool en van de 13de eeuw, was het ritme gebaseerd op een driedelige onderverdeling, wat men vandaag als ternair definieert. Bij de ars nova wordt het ritme zo geconcipieerd dat alle waarden ofwel in drie, ofwel in twee kunnen worden onderverdeeld. Hieruit ontstaat een complexiteit en een spel op het vlak van het ritme dat vaak in het werk van de Vitry terugkomt. Musicologen leggen vaak de nadruk op dat nieuwe aandeel van het binaire, want voor wie vandaag muziek leert, is het binaire ritme het vertrekpunt, terwijl het ternaire ritme iets bijzonders is. In de middeleeuwen was dat dus omgekeerd. De komst van het binaire ritme was werkelijk iets unieks.
De ars nova wordt soms tot dit ritmische aspect gereduceerd, maar dat is niet het enige belangrijke punt. Ook al hebben we niet de teksten die het bewijzen, we kunnen onrechtstreeks wel afleiden dat ook de compositietechnieken wijzigden. Zo werd in de ars antiqua eerst de muziek gecomponeerd en werd daar vervolgens een tekst op gekleefd. Bij de ars nova werd eerst de tekst geschreven. De Vitry schreef eerst zijn gedichten – die echt meesterwerken zijn – en componeerde vervolgens de bijbehorende muziek. Ook de contrapunttechnieken maakten een transformatie door, wat leidde tot een uitzonderlijk rijke polyfonie. In de ars antiqua componeerde men aan de hand van lagen. Componisten vertrokken vanuit een basislijn, die de tenor kon worden genoemd, en vervolgens voegden ze een tweede en een derde lijn toe. De Vitry heeft in zijn concept meteen een geheel als beeld, hij heeft de capaciteit om zich een klankbeeld met drie tot vier stemmen voor te stellen.

Er zijn enkele belangrijke bronnen bij het onderzoek naar muziek van de ars nova, zoals de Roman de Fauvel en de Codex Ivrea. Welke bronnen heeft u nog bestudeerd?
De Roman de Fauvel en de Codex Ivrea zijn bronnen waarin de aan de Vitry toegekende werken zijn opgenomen. Daarnaast zijn er nog talloze bronnen die enkel poëzie van de Vitry bevatten. We zien dat zijn werk over heel Europa verspreid is. Ik heb in vele bibliotheken onderzoek verricht en momenteel tel ik 110 manuscripten die kopieën bevatten van ofwel de gedichten van de Vitry, ofwel de muziek, ofwel allebei. Daarbij moeten we wel een kanttekening plaatsen, nl. dat veel van de Vitry’s werken a posteriori aan hem zijn toegeschreven. Er is dus veel onzekerheid over zijn oeuvre.

Hoe ging u aan de slag met de bronnen? Hoe ontcijferde u ze?
Er kwam veel voorbereidend werk aan te pas, waarbij ik ook oudere bronnen heb gelezen, om de bronnen uit de Vitry’s context daarmee te vergelijken en beter te begrijpen. Ik heb in de voorbije jaren al honderden andere bronnen doorgenomen, gaande van briefwisselingen, traktaten, tot commentaren die je in de randen van manuscripten vindt. Ik heb gregoriaanse gezangen bestudeerd, want veel repertoire uit de Parijse School is nauw verbonden met het gregoriaans. Ik heb ook 9de-eeuwse bronnen doorgenomen, om te begrijpen hoe de neumen (muzieknotatie) werken. Bij de ontcijfering van de bronnen moet je rekening houden met verschillende historische aspecten, want je kan ze niet lezen aan de hand van regels van de moderne notenleer. Je moet ook de regels van het contrapunt kennen en de praktijk van het versieren – wat men destijds de ‘muzikale bloemen’ noemde. Daarnaast is er de uitspraak van het 14de-eeuwse Latijn en Frans, die anders is dan vandaag. Ten slotte is er de klankkleur. Wellicht werden de motetten van de Vitry destijds door mannen uitgevoerd, maar ik vond het belangrijk om vandaag ook met vrouwenstemmen te werken, om een actualisatie te bewerkstelligen.

Weet u in welke context de motetten ontstaan zijn?
Aanvankelijk ontstonden de motetten in een liturgische context. Het waren passages uit gregoriaanse gezangen die in ritmische modi werden gezongen. In dergelijke gevallen spreken we van clausulae. Maar werden de Vitry’s motetten ook in de liturgie gezongen? Tijdens paraliturgische momenten? Of net tijdens aparte gelegenheden en in afgezonderde ruimtes? Ik vermoed dat het om het laatste gaat. Je kan het 14de-eeuwse motet vergelijken met het strijkkwartet uit de klassiek en de romantiek. Het beluisteren ervan vraagt toch wel enige kennis. Het is muziek voor unieke gelegenheden. Zo heeft de Vitry Lugentium gecomponeerd, een vierstemmig motet voor de pauskroning van Clement VI, waarmee we ons concert zullen besluiten.

Er is een groot theoretisch werk aan voorafgegaan. Hoe heeft u uw zangers geselecteerd? Zijn ze allemaal vertrouwd met het repertoire?

Ik vind de wisselwerking tussen theorie en praktijk erg belangrijk. Er is geen onderscheid tussen ons brein en ons lichaam, het is voor mij van het grootste belang om de twee zaken te koppelen. Wanneer ik een bron heb bestudeerd, is het net interessant om ook praktijkateliers in te lassen. Dankzij mijn functie in Genève heb ik het geluk om met studenten samen te werken en om verschillende ideeën te toetsen. Voor Ensemble Arborescence ben ik eigenlijk niet op zoek gegaan naar specifieke stemmen, maar is de groep toevallig ontstaan. Ik ben in contact gekomen met uitzonderlijk gemotiveerde professionele zangers die ervoor open stonden om iets nieuws te leren. In 2022 waren we met Ensemble Arborescence in residence aan de Fondation Royaumont, en konden de zangers zich in de ars nova verdiepen. Mijn aanpak van het ars-novarepertoire is nieuw, maar de zangers zijn enorm gepassioneerd. In de eerste jaren hebben ze zelfs gratis gewerkt, wat echt uitzonderlijk is voor professionele zangers. Maar ze wilden bijleren en de uitwisseling van kennis was essentieel.

Naar het concert

Ensemble Arborescence

30 augustus 2025 22:15