Wanneer vier vrouwenstemmen zich buigen over eeuwenoude teksten vol pijn, ontstaat er iets unieks: een gelaagd en kwetsbaar concertprogramma. Contre le Temps – met sopranen Karin Weston en Cécile Walch en mezzosopranen Amy Farnell en Julia Marty – vertaalt eeuwenoude muziek naar hedendaagse emoties. In 2023 veroverde het kwartet het hart van het IYAP-publiek; voor Laus Polyphoniae 2025 brengen de zangeressen een programma over muziek als houvast in wankele tijden. Verwacht u niet alleen aan vier afzonderlijke stemmen, maar aan één ademend lichaam van klank, waarin voelen, luisteren en zingen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
Van het sobere gregoriaans tot de rijkdom van de meerstemmige ‘conductus’, vanuit de eeuwenoude klanken van de Notre-Dame-traditie, met tropen, improvisatie en vrije verbeelding, onthult Contre le Temps een wereld waarin verdriet en hoop in elkaar overvloeien.
Met het Vir erat duikt Contre le Temps in het lijden van Job, zoals beschreven in de Bijbel: een rechtvaardig man die, met Gods toestemming, door Satan op de proef wordt gesteld. Vier verzen, die de zangers beurtelings vertolken, vertellen het verhaal van een mens die alles verliest. De vraag wie je bent als je niets meer hebt, zindert. Dan doorbreekt een zacht en troostend Ave Maria de verklankte wanhoop. De herwonnen harmonie bereikt haar hoogtepunt pas in de vierstemmige conductus Deus misertus hominis: naast een middeleeuws meesterwerk vooral hét moment waarop Contre le Temps lijkt te baden in de muziek die het brengt. Karin Weston en Amy Farnell vertellen hoe hun stemmen tijdens het zingen van Deus misertus de tijd bijna tot stilstand dwingen. Want ze brengen dit werk traag, heel traag. Zo langzaam dat ze zelf twijfelen of ze ooit al een interpretatie hoorden met dezelfde lijzige benadering. “Of het publiek het ook zo voelt, weten we niet, maar voor ons is dit verre van slepend of langdradig.” Hun versie van Deus misertus is kwetsbaar, maar tegelijkertijd voortdurend in beweging.
Onzichtbare connectie
Precies daarin schuilt ook de kracht van hun praktijk: met z’n vieren zetten ze een eeuwenoude uitvoeringscultuur voort waarin muziek geen individuele aangelegenheid is, maar een gemeenschappelijk weefsel. De muziek die Contre le Temps uitvoert, werd in de middeleeuwen gezongen door groepen zangers die vaak samenwerkten. Geen willekeurige individuen, maar net mensen die elkaar goed kenden, vertrouwd waren met elkaars stem en het gewend waren om samen te musiceren. Uit die vertrouwdheid kon een uitvoering heel soepel en met veel onderlinge afstemming groeien. Diezelfde hechtheid kenmerkt Contre le Temps. Als kwartetleden moeten ze de muziek niet al te veel doorpraten met elkaar. Ze hebben een soort van muzikale relatie, waardoor ze elkaar weten te vinden door te doen. Of beter gezegd: door te zingen. De onderlinge afstemming zit niet in woorden, maar in klank, adem, lichaamsbeweging en in een gedeeld gevoel voor timing en intentie. In hun zingen zit dus ook hun luisteren en aanvoelen (wat bewijst dat muziek een hogere vorm van communicatie is). Elk concert verstevigt ook de onderlinge connectie, telkens opnieuw wordt de bijzondere kracht voelbaar die ontstaat wanneer ze samen iets creëren. En hoe meer ze samen zingen en ondernemen, hoe hechter en dieper hun relatie wordt.
Als collectief van uiteenlopende persoonlijkheden en talenten, transcriberen ze met zijn vieren het onzegbare. Ze drukken zich niet uit voor zichzelf, maar door zichzelf, en creëren daardoor net iets wat de podiumkunst overstijgt. “We weten niet altijd waar de teksten en de melodieën van het gregoriaanse repertoire vandaan komen. Vaak komen ze uit een ver verleden, maar drukken ze wel iets uit dat mensen, over de eeuwen heen, met elkaar verbindt.” Omdat ze zichzelf op het podium vooral beschouwen als het instrument dat de muziek vertolkt, voelt het vreemd om applaus te krijgen, alsof ze de eer opstrijken die een ander toekomt. En toch aanvaarden ze dat applaus met openheid en dankbaarheid. Niet voor zichzelf, maar als een teken van wat er tussen henzelf en het publiek heeft plaatsgevonden. Want ook de onzichtbare connectie tussen uitvoerder en toehoorder telt. In dat gedeelde moment schuilt erkenning, én een bevrijding van de emotionele lading die ze op het podium doorleefden.
Hartnoten
Het moet bijzonder zijn om zulke intense muziek meerdere keren te brengen. Contre le Temps maakte snel naam in het universum van de oude muziek, met dit programma zijn ze dan ook niet aan hun proefstuk toe. “Als je een programma meerdere keren brengt, is je positie in het leven, zijn de omstandigheden telkens weer net een beetje anders, waardoor je de muziek ook elke keer vanuit een ander standpunt benadert en ervaart.” In die zin is herhalen geen herhaling: de klaagzang van gisteren, is morgen een troost. Misschien zijn de emoties die ze op het podium verklanken het best te vergelijken met de topnoten van een parfum: ze grijpen je aandacht en ze zetten de toon, maar ze vormen niet de kern. Die ligt dieper – net als de hartnoten van een geur. In het geval van Contre le Temps is het de connectie die zich voltrekt, niet alleen tussen de vier musici, maar ook met het publiek. “Er gebeurt iets tussen ons vieren”, zeggen ze. “Iets hoopvols. Alsof het samenzijn iets nieuws oproept, iets dat groter is dan wijzelf.” Zo getuigt hun muziek, net als het verhaal van Job, van een onwankelbaar geloof in de kracht van muziek – om te dragen, te verbinden, en iets te laten ontstaan dat standhoudt.
Julie Hendrickx