Home > Nieuws > Laus Polyphoniae > De stem van Stefan Steinemann van AUXantiqua

A8, Duitse meerkorige polyfonie voor zangers en blazers

De stem van Stefan Steinemann van AUXantiqua

Stefan Steinemann, artistiek leider van AUXantiqua, is een bezige bij. Hij is ook zanger bij het ensemble InVocare, organist en dirigent van verschillende muzikale formaties. In 2020 werd hij aangesteld als Domkapellmeister aan de kathedraal van Augsburg en was daarmee de jongste ooit die in Duitsland een dergelijke functie bekleedde. Ook is hij artistiek leider van het knapenkoor van de kathedraal. Hij vertelt bevlogen over het concertprogramma met AUXantiqua en over zijn andere activiteiten.

AUXantiqua & I Fedeli brengen tijdens Laus Polyphoniae het programma A8: een korte, maar ook wat geheimzinnige titel.

Ik verwijs ermee naar de snelweg die de belangrijke steden in Zuid-Duitsland verbindt: München, Augsburg en Stuttgart. Die steden zijn dus vandaag nauw met elkaar verbonden, maar ook in de 16de eeuw werd al veel gereisd. Toen vonden er in Augsburg meerdere ‘Rijksdagen’ plaats, grote evenementen waar niet alleen hovelingen, maar ook muzikanten en componisten elkaar ontmoetten en muziek uitwisselden. Ons concertprogramma brengt componisten uit die drie belangrijke steden samen. Ludwig Daser werkte in Stuttgart, Hans Leo Hassler in Augsburg, Orlandus Lassus in München. Ze reisden en hielden contact met elkaar. Leonhard Lechner en Lassus werkten op een bepaald moment in dezelfde kapel en musiceerden samen. Ook in hun muziek ontdekken we verbanden. Niettemin hebben de componisten ook hun eigen, specifieke stijl.

Er staat ook werk van Bernardino Borlasca op het programma, een eerder onbekende componist?

Borlasca was lid van de muziekkapel aan het hof in München, die onder leiding stond van Lassus. Ik denk dat hij destijds ook niet heel erg bekend was en er is slechts een klein oeuvre van hem bewaard. Het is echter heel interessant om te zien dat hij in een achtstemmig Magnificat precies aangeeft welke partij de instrumenten moeten spelen. Hij zal niet de enige zijn geweest die instrumenten in de polyfonie inzette, ik vermoed dat bv. ook Lassus dat moet hebben gedaan. We sluiten het concert af met Borlasca’s zestienstemmige Salve regina, waarin ook instrumenten worden ingezet. Tegenwoordig lijkt de idee te overheersen dat polyfonie louter a cappella moet worden uitgevoerd, maar – als ik het zo mag uitdrukken – ik denk dat dat eerder het geval was bij de arme mensen. Uit bronnen blijkt namelijk dat polyfonie veel vaker werd uitgevoerd in een combinatie van stemmen en instrumenten. Ik ben dan ook heel blij dat Laus Polyphoniae ons de kans geeft om het repertoire uit te voeren in een samenwerking met het blazersensemble I Fedeli.

U bent niet alleen artistiek leider van AUXantiqua, maar ook van de Augsburger Domsingknaben, die recent door de Beierse ministerraad werden onderscheiden als immaterieel cultureel erfgoed. Proficiat daarvoor! Hoe voelt het om een dergelijke titel te ontvangen?

De onderscheiding is een enorme eer voor het koor. Mijn voorganger richtte het koor opnieuw op in 1976 en als kleine jongen was ik er lid van. Maar de Augsburger Domsingknaben zijn tot een heel eind terug in de geschiedenis te traceren. De oudste bron die het knapenkoor vermeldt, dateert van de 15de eeuw, en vermoedelijk was er lang daarvoor al een ‘schola’ om het gregoriaans te zingen. De onderscheiding is dus een duwtje in de rug en motiveert ons om verder te gaan op de paden die we bewandelen. Het is uniek om te werken met de uitzonderlijke klank van een knapenkoor, vooral ook in de wereld van de historische uitvoeringspraktijk. We doen ook een beroep op heel veel historische instrumenten en persoonlijk raadpleeg ik ook historische bronnen. Tijdens de repetities vind ik het boeiend om zaken uit te proberen, zoals het uitzoeken van de juiste transposities, hoe de akoestiek van de ruimte de klank beïnvloedt, of te experimenteren met de balans tussen de zangers en de instrumenten. Ons koor is dus niet zomaar een museumstuk, het is werkelijk een levende traditie. Ik vind het ook fijn om te zien hoe die kinderen alles ervaren. Ze beginnen al op jonge leeftijd te zingen, maar ze zitten uiteraard niet met hun neus in de oude bronnen. Ze ervaren de zaken op een naïeve, onbezonnen manier, wat ook heel goed is.

Is er een internaat verbonden aan het koor?

We zijn verbonden aan de kathedraal, maar het koor maakt geen deel uit van een school. Kinderen kunnen reeds vanaf twee jaar lid worden. Uiteraard zingen ze dan nog geen Bach of Lassus, maar ze kunnen wel op een heel speelse manier met muziek in contact komen. Als ze willen, kunnen de jongens tot hun 25 jaar in het koor blijven. De Augsburger Domsingknaben vormen dus niet enkel een knapenkoor, er is ook een mannenkoor aan verbonden. Er zijn verschillende groepen en generaties, in totaal zijn er ongeveer 330 jongens en mannen lid. Het concertkoor, het zogenaamde Kammerchor, varieert in grootte; afhankelijk van het repertoire zijn we met zo’n 20 tot 40 zangers. Recent hebben enkele van onze knapen meegezongen in een openluchtvoorstelling van Puccini’s Turandot in Augsburg, en daarvoor reisden we met een groep van 40 zangers door Spanje, met een programma van motetten. Ons repertoire is dus heel gevarieerd. We repeteren twee tot drie keer per week. Voor kinderen is het te vergelijken met de activiteiten van voetbalclubs: ze trainen – of repeteren – twee keer per week, en in het weekend spelen ze een match. Wij geven in het weekend dan een concert, of zingen tijdens een weekenddienst in de kathedraal.

Is het vandaag moeilijker dan vroeger om kinderen te motiveren?

Dankzij onze lange geschiedenis en de vele activiteiten die we organiseren – van concerten over tournees tot cd-opnamen – krijgen we veel aandacht in de media. Het is belangrijk dat we over onze activiteiten communiceren, zodat het publiek weet waarmee we bezig zijn. Het voordeel van Augsburg is dat de stad zo’n 300.000 inwoners heeft, er is dus een groot potentieel aan nieuwe leden. Het blijft ook een stad waar mensen elkaar kennen. Ze horen over kinderen die met ons meezingen, en worden gestimuleerd om hun kinderen lid te maken. Ondertussen hebben we families waarvan reeds de tweede en zelfs derde generatie lid is van het koor sinds de jaren 1970.

Heeft u naast het dirigeren van de Domsingknaben nog andere taken als Domkapellmeister?

Ik ben verantwoordelijk voor allerhande muzikale zaken in de kathedraal, maar ik ben niet de enige persoon die moet dirigeren of orgel spelen. Er is ook nog een Domcantor en een Domorganist. Ik moet wel het hele jaarplan invullen, beslissen welk repertoire op welke dag zal worden uitgevoerd, welke groep precies zal zingen enz. Het gaat over ongeveer 125 evenementen die een invulling moeten krijgen, van de zaterdagavonddiensten tot de speciale feestdagen. Ik vind het belangrijk dat ik nog tijd heb om als freelance muzikant te werken, als dirigent van AUXAntiqua of als zanger bij InVocare, want op die manier leer ik nieuw repertoire kennen en kom ik in contact met andere muzikanten en concertorganisatoren. Of anders gezegd, ik blijf ‘tuned’ en kan bruggen blijven bouwen.

 

Wil u de stem van Stefan Steinemann nog meer ontdekken? Recent verscheen ook de cd Musica, Cur Siles? met Stefan Steinemann als solozanger. 

 

Frederic Delmotte

Naar het concert

AUXantiqua & I Fedeli – A8

27 augustus 2024 22:15