Home > Nieuws > AMUZ > Menno van Delft vist enkele pareltjes voor klavier op uit de nalatenschap van Christopher Hogwood

Kilo’s papier of parelduiken in een erfenis

Menno van Delft vist enkele pareltjes voor klavier op uit de nalatenschap van Christopher Hogwood

 

In de herfst van 2015 kreeg klavecinist en klavechordvirtuoos Menno van Delft een bericht van Ryan Mark, die musicologisch assistent was geweest van de overleden Christopher Hogwood (1941-2014). Hogwood was een van de pioniers van de oudemuziekbeweging, bespeelde klavecimbel en klavechord, was musicoloog en dirigent, en oprichter van het barokorkest The Academy of Ancient Music. Hogwood en van Delft kenden elkaar. Ze waren vaste gasten op het tweejaarlijkse klavechordcongres in Magnano in Italië en deelden een interesse in onbekend repertoire voor klavier uit de 17de en 18de eeuw. Een deel van Hogwoods collectie van partituren en muziekinstrumenten werd na zijn overlijden geschonken aan de universiteit van Cambridge. Een ander deel, waaronder originele manuscripten en eerste drukken, werd geveild. Daarnaast bevatte de nalatenschap enkele dozen met fotokopieën van klaviermuziek die Hogwood in de loop der jaren had verzameld. Die hadden weinig financiële waarde, en Ryan Mark vroeg of van Delft er interesse voor had. Enkele dagen later werden er twaalf grote verhuisdozen afgeleverd bij van Delft.

De dozen bevatten ontelbare bekende en onbekende stukken klaviermuziek uit de 17de en 18de eeuw. Menno van Delft vertelt hierover: “Het is een enorme collectie, een onuitputtelijke schatkamer als het ware. Je kan eindeloos door de partituren bladeren, of ze aan het klavier uitproberen. Altijd weer verrassend wat je tegenkomt. Soms vond ik een partituur op het eerste gezicht niet veelzeggend, maar als ik – of een leerling – het werk later doorspeelde, kwam ik tot de conclusie dat het werk zelfs in een concertprogramma zou passen.”

Variatie in klanken
De muziek die van Delft heeft uitgekozen en samen met Artem Belogurov presenteert in AMUZ op zondag 12 maart, komt uit de tweede helft van de 18de eeuw. In die periode was het klavecimbel nog steeds een van de meest bespeelde klavierinstrumenten, maar vond ook de nieuw ontwikkelde pianoforte ingang bij klavierspelers. “De pianoforte was ontwikkeld als een variant voor het klavecimbel – met meer mogelijkheden voor dynamiek en met andere klankkleuren – niet ter vervanging ervan. De instrumenten werden naast en door elkaar gebruikt, en gewaardeerd om hun eigen klankkleur en mogelijkheden”, vertelt van Delft. “De partituren uit die tijd specificeren zeker niet altijd op welk klavierinstrument het stuk moet worden uitgevoerd. In ons concertprogramma willen we dan ook de vele klankmogelijkheden laten horen die de combinatie van een klavecimbel en een pianoforte te bieden heeft. De twee instrumenten vullen elkaar mooi aan: de pianoforte heeft een grotere dynamiek, kan vooral ook in de bas zeer krachtig spelen, het klavecimbel heeft dan weer een levendige vrolijkheid. We spelen in AMUZ onder andere Mozarts grote sonate voor twee klavieren, waarbij ik het klavecimbel bespeel en Artem zijn partij op de pianoforte vertolkt. Dan hoor je goed hoe de twee partijen door Mozart geconcipieerd zijn, veel beter dan wanneer het werd wordt gespeeld op twee piano’s. Soms gaat hetzelfde melodische materiaal heen weer tussen beide muzikanten. Die speelse dialoog gaat wat verloren als beiden een gelijkaardig instrument bespelen.” Naast Mozart staat Armand-Louis Couperin op het programma, maar ook muziek voor vier handen van onbekende componisten als Johann Ludwig Stanzen (tweede helft 18de eeuw) en Hugo Franz Reichsfreiherr Baron von Kerpen (1749-1802).

Meester en leerling
Menno van Delft deelt het podium dus met Artem Belogurov. Trouwe volgers van de International Young Artist’s Presentation zullen Belogurov nog kennen van zijn passage in 2017, toen hij met Octavie Dostaler-Lalonde cellosonaten van Romberg en Moscheles uitvoerde. Na zijn opleiding moderne piano in Odessa en Boston studeerde Belogurov pianoforte bij Richard Egarr en klavechord bij Menno van Delft aan het conservatorium van Amsterdam. Van Delft: “Het was al heel snel duidelijk dat Artem niet zomaar een student was. Hij stond al zeer ver in zijn muzikale ontwikkeling, en zijn interesse in historische klavieren was bijzonder groot. Een passie die je trouwens niet zo vaak ziet bij modern opgeleide pianisten. Vol begeestering gaat hij instrumentencollecties bezoeken, hij kan laaiend enthousiast zijn over een of ander instrument dat hij heeft gezien of gehoord.” Belogurov hielp van Delft om de dozen partituren van Hogwood door te nemen. Hij ordende ze, maakte er notities bij. Hij haalde er bovendien ook heel wat onbekende muziek uit die hem charmeerde, wat resulteerde in ontdekkingen als de sonate voor vier handen van Stanzen. “Het is ook heel fijn samenspelen met Artem. Altijd dolle pret”, vertelt van Delft nog. Dolle pret, dat kan Mozart niet erg vinden.

Robin Steins

Naar het concert