Home > Nieuws > AMUZ > Eindelijk krijgt de mandoline wat ze verdient: een superster

Eindelijk krijgt de mandoline wat ze verdient: een superster
Avi Avital brengt muziek zonder taboes, en waarom u daarbij moet zijn

 

De mandoline zit in de klassiekemuziekwereld met een probleem. Op een gegeven moment heeft de geschiedenis de mandoline in de nis van de folklore en de amateur geworpen. En daar heeft ze ze ook laten staan. Meedogenloos. Maar als muziekliefhebber die bij de pinken is, weet u dat het tij aan het keren is. De Israëlische mandolinespeler Avi Avital was acht toen hij mandoline leerde spelen, vandaag wordt hij als professionele mandolinespeler simpelweg een superster genoemd. Wat Avital doet, gaat niet onopgemerkt voorbij. Daarvan kan u op zaterdag 3 december in AMUZ getuige zijn. De geschiedenis kantelt, dit keer in het voordeel van de mandoline, en u kan zeggen dat u erbij was!

Avital is de eerste mandolinespeler ooit die werd genomineerd voor een Grammy-award (in 2010). Ook The New York Times spreekt alleen lovende taal over hem, met woorden zoals “exquisitely sensitive playing” en “everything you never dreamt a mandolin could do … truly breathtaking in virtuosity and dedication”. Natuurlijk moet u op zaterdag 3 december niet voor ‘s mans sterrenstatus naar AMUZ komen afzakken – alhoewel, het kan uw nieuwsgierigheid alleen maar prikkelen. Maar kom om een avontuurlijke muzikant aan het werk te zien, iemand die het tot zijn persoonlijke missie maakte om de mandoline op de kaart te zetten.

Geschoold door violisten
Na zijn eerste kennismaking met de mandoline vond Avital redelijk gauw zijn plekje in het lokale mandoline-jeugdorkest in Be’er Sheva, zijn geboortestad in het zuiden van Israël. Violist Simcha Nathanson, die daar het dirigeerstokje hanteerde, was eveneens zijn mandolineleraar. Later studeerde Avital verder aan de Jerusalem Music Academy en vervolgens aan het Conservatorio Cesare Pollini in Padua. Het was daar, in Italië, dat Ugo Orlandi hem voor het eerst liet kennismaken met origineel repertoire voor mandoline. Omdat zijn leraren en mentoren lange tijd enkel uit violisten bestonden – Nathanson was de eerste, niet de enige – en dus niet echt weet hadden van het repertoire voor mandoline, speelde Avital lang vooral arrangementen van klassieke vioolstukken. Zelf ziet hij daar alleen maar voordelen in. Naar eigen zeggen, zo lezen we in een interview met De Standaard uit 2020, brachten zijn leraren hem (inderdaad) geen mandolinetechniek bij, wel muziek. “Ze keken voorbij het amateurkarakter. Ik twijfelde er als jonge muzikant dus niet aan dat mijn instrument in de grote concertzalen thuishoorde.”

Toen hij op zijn 23ste bij Orlandi studeerde, besefte hij ook dat er eigenlijk niet veel bijzonders voor het instrument werd geschreven: “Het klassieke proces waarbij componisten, uitvoerders en instrumentenbouwers elkaar steeds tot het uiterste duwen, kwam voor de mandoline ergens in de 18de eeuw vast te zitten. Hopelijk gaat die motor nu weer aan. Ik heb al bijna 100 compositieopdrachten voor mandoline gegeven en steeds duiken er nieuwe uitdagingen op.” Avital is op dit punt in zijn carrière inderdaad een van de – zo niet de voornaamste – krachten die het mandolinerepertoire en -imago niet alleen een nieuw, maar ook een interessant, sprankelend leven inblazen. Hij zoekt actief naar verloren gewaand of zelden gespeeld repertoire, en geeft aan hedendaagse componisten opdrachten om nieuwe muziek voor de mandoline te schrijven, inclusief concerto’s voor mandoline en orkest. Dat hij bij het label Deutsche Grammophon zit, een klassiek instituut, geeft niet alleen hem maar ook de reputatie van de mandoline een duwtje in de rug.

Na Padua liet Avital de klassieke traditie redelijk snel voor wat ze was. Zijn zoektocht naar een eigen artistieke identiteit brengt hem naar andere muzikale tradities en genres: bluegrass, jazz en wereldmuziek. “Ik zie verschillende muziekgenres als dialecten van dezelfde taal. Ze kunnen elk een artistieke ervaring oproepen, maar hoe je daar geraakt, verschilt. Tegelijk ligt veelzijdigheid ook in het karakter van de mandoline. Het is een klassiek instrument uit Italië, maar je vindt verwante instrumenten in veel andere muziekculturen: de pipa in China, de sitar in Indië, de balalaika.” (DS, 10 februari 2020) Dat nieuwe pad en de samenwerking met mentor en klarinetspeler Giora Feidman, zetten hem op weg om op het wereldtoneel te verschijnen als mandolinepionier. Dat doet hij voor het eerst in 2007 wanneer hij als eerste mandolinespeler ooit de Israëlische Aviv Competition, een wedstrijd voor jonge professionele muzikanten, wint. Daarna rijgt hij het ene mooie debuut na het andere als parels aan elkaar: Carnegie Hall in New York, Wigmore Hall in Londen, Berliner Philharmoniker, Wiener Konzerthaus, Forbidden City Concert Hall in Peking …

“Het is geweldig om zo de grenzen van de kunstmuziek te vervagen. Klassieke composities maak ik folkloristisch en volksmuziek juist klassiek.” Feidman, die hij zijn mentor, goeroe en grootvader noemt, deed trouwens net hetzelfde: folkmuziek uit de Joodse gemeenschap (klezmer) op het klassieke concertpodium een plaats geven. Met zijn opnamen en arrangementen van grootmeesters zoals Bach en Vivaldi voegde Avital misschien wel een nieuwe dimensie toe aan het klassiekemuzieklandschap, ze deden zowel de Bach-puristen als de mandoline-experts watertanden.

Oud Testament
In AMUZ neemt Avital u niet zomaar mee naar het werk van Italiaanse barokcomponisten, maar naar wat hij “het Oude Testament voor de mandoline” noemt. Met de Italiaanse barok katapulteert Avital zich terug naar de origine van de mandoline. Toch waren mandolines geen vast onderdeel van de orkestbezetting toen. Dat Vivaldi twee concerto’s voor het instrument schreef, heeft alles te maken met de aristocratische salons waar de mandoline destijds wel thuis was. Vivaldi’s composities voor de mandoline waren dus vooral een flemerij bij zijn broodheer, Guido Bentivoglio – de markies van Ferrara en een enthousiast mandolinespeler.

Avital speelt de poederpruik van Vivaldi en andere componisten er wel zo af. Hij laat je een mandoline horen zoals je er nog nooit een hoorde, conform de vrijheid die muzikanten tijdens de barok trouwens konden claimen in hun spel. Zoals ze bij Deutsche Grammophon graag zeggen: “Avital doesn’t merely interpret the Italian Baroque with his instrument, he embodies it.” De mandoline is dan ook niet louter een instrument voor Avital, ze was duidelijk al heel snel zijn persoonlijke en unieke toegang tot andere culturen, tijden en werelden. Wat als Avital ‘gewoon’ was geleerd om het mandolinerepertoire te spelen dat voorhanden was? Zou hij zich dan ook aan de grote composities van grootmeesters zoals Bach en Vivaldi hebben gewaagd? De leraren en mentoren die hij op zijn muzikale traject ontmoette, doen vermoeden dat Avital misschien wel voorbestemd was om het grote publiek te tonen dat de mandoline niet thuishoort in het hoekje waar de geschiedenis haar achterliet. Eén ding is zeker: de mandoline kent een periode voor en een periode na Avi Avital. En de lat voor de toekomstige mandolinespelers ligt hoog. Waar Avital die standaard legt, kan u zelf komen vaststellen op zaterdag 3 december in AMUZ.

Julie Hendrickx

Naar het concert