Home > Nieuws > AMUZ > Portret van pianist Melvyn Tan: ‘Hoe de pianoforte mijn carrière vleugels gaf’

Hoe de pianoforte mijn carrière vleugels gaf

Een portret van pianist Melvyn Tan

Met zijn jongensachtige charme en vingervlugge lenigheid op het klavier zou je allerminst vermoeden dat pianist Melvyn Tan – die u in februari 2020 nog in AMUZ kon horen tijdens BEETHOVENinPRIMETIME – al 66 is. Zijn jeugdige spelplezier vol gratie en precisie hebben hem een legioen van internationale bewonderaars opgeleverd. Verrassend dat we dat eigenlijk te danken hebben aan een staking van luchtvaartmaatschappij Qantas Airlines.

Een kans uit de duizend
Melvyn Tan groeide op in Singapore. Zijn familie was niet bijzonder muzikaal, maar zijn oudere zus speelde piano en dus trad de vijfjarige Melvyn in haar voetsporen. Het was een melomane stewardess van Qantas Airlines – door een staking langer dan voorzien in Singapore – die de elfjarige Melvyn hoorde spelen tijdens een huisconcert. Ze was zo onder de indruk van zijn spel en talent dat ze zijn ouders ervan overtuigde om Melvyn auditie te laten doen voor de Yehudi Menuhin School in Surrey in Engeland. (De beroemde violist Yehudi Menuhin richtte deze school in 1963 op om muzikaal begaafde kinderen van overal ter wereld de kans te geven hun talenten te ontwikkelen, ongeacht hun economische achtergrond, n.v.d.r.) De stewardess nam zelfs de moeite om op een van haar vluchten naar Groot-Brittannië een auditietape aan de school te bezorgen. En zo belandde Melvyn Tan in 1969 op zijn twaalfde in Surrey. Tan vertelt hierover: “Toen ik de gelegenheid kreeg om naar de Menuhin School te gaan, besefte ik dat het een unieke kans was. De meesten van mijn leraars daar waren Frans. Een van hen was nog leerling geweest van Debussy, een andere van Ravel. De basis die ik op de school kreeg, heeft me fundamenteel gevormd. We waren één grote familie: er heerste geen concurrentiële sfeer, dat was niet aan de orde. In plaats daarvan leerden we samen kamermuziek spelen, naar elkaar luisteren. Dát is de essentie van muziek maken. Heerlijk was dat. Yehudi was ook de meest geweldige man, hij leerde ons dat er niet zoiets bestaat als enkel muzikant zijn. Je moet eerst gewoon mens zijn.”

Pianoforte’s
Na de Yehudi Menuhin School zette Melvyn Tan zijn opleiding voort aan het Royal College of Music in Londen. Daar moest hij een tweede instrument kiezen en kwam hij in contact met het klavecimbel en de pianoforte. Na twee jaar aan het Royal College besloot hij zich te specialiseren in de pianoforte. De heropleving van de historische uitvoeringspraktijk stond toen, in de vroege jaren 1980, nog in haar kinderschoenen en werd nog niet altijd serieus genomen. Voor Tan was het echter heel natuurlijk en een plezier om de pianoforte te bespelen: “Het is alsof je een warm fluwelen bad neemt.”Het bespelen van deze historische instrumenten van bouwers als Broadwood en Stein, gaf hem inzichten in het klassieke repertoire, dat zijn specialiteit zou worden voor de volgende twintig jaar. In 1988 kreeg hij de kans om met de London Classical Players onder leiding van dirigent Roger Norrington een van Beethovens pianoconcerto’s uit te voeren. Na dit concert wilde platenlabel EMI alle pianoconcerto’s van Beethoven met Tan opnemen. Deze opnames zouden hem internationaal op de kaart zetten: hij had zijn ‘niche’ gevonden als pianist, dit was wat hem uniek maakte tussen de internationaal gerenommeerde pianisten. Tan zelf is echter bescheiden over deze mijlpaal en zijn erfenis: “De opnames werden toen beleefd onthaald, maar ik denk dat vele muziekcritici ze niet begrepen. Ondertussen is de historische uitvoeringspraktijk gemeengoed geworden en erkennen diezelfde critici nu dat de opnames eigenlijk baanbrekend waren. De oudemuziekbeweging is nu mainstream geworden: er luisteren nu zoveel meer mensen naar en ze heeft haar reputatie van Birkenstock-sandalen en gebatikte prints wel afgeschud. (lacht) Het is boeiend om te zien hoe ver de invloed van de oudemuziekbeweging ondertussen reikt: pianist en dirigent Daniel Barenboim werd zo gefascineerd door de klank van de 19de-eeuwse vleugelpiano waarop Liszt speelde, dat hij een bouwopdracht gaf om een nieuwe vleugelpiano te bouwen met parallelle snaren zoals bij die van Liszt (de Chris Maene Straight Strung Concert Grand; moderne vleugelpiano’s worden tegenwoordig standaard gebouwd met gekruiste snaren, n.v.d.r.).

Van Beethoven naar Messiaen
In 1992 speelde Tan op tournee met Roger Norrington met zijn London Classical Players op Beethovens originele Broadway-piano. Het publiek was gefascineerd door het instrument en Tans spel, maar weinigen realiseerden zich dat de piano zo waardevol was dat twee Interpol-agenten elke nacht naast het instrument sliepen. “De verzekering alleen al kostte een belachelijk fortuin, daardoor konden we zelfs niet naar steden als Berlijn en Parijs reizen,” weet Tan nog.

De omschakeling naar pianoforte’s hield in dat Tan heel wat van zijn pianospel op moderne vleugels moest afleren, wat een aantal van zijn collega’s toen nogal shockeerde.
Over het positieve effect dat deze omschakeling had op zijn benadering van het klassieke repertoire is hij duidelijk: “Mijn pianospel werd veel helderder en meer gearticuleerd. Er is één ding dat ik alle pianisten aanraad: probeer de muziek eens te spelen op het instrument waarvoor ze is geschreven, ook al wil je ze uiteindelijk op een moderne piano uitvoeren. De originele instrumenten vertellen zo veel méér over de muziek dan een partituur alleen kan. Zo kwam er eens een Italiaanse studente een masterclass volgen. Ze had nog nooit een pianoforte bespeeld. Ze zette zich aan het klavier en speelde een Fantasie van Mozart. Ze speelde het hele stuk zonder onderbreking. Op het einde huilde ze en zei: Nu begrijp ik waarom je pianoforte speelt.”

De verbazing was dan ook groot toen Tan in 1996 opnieuw concerten speelde op moderne Steinways, maar zijn verklaring is rationeel en pragmatisch: “Ik wilde een grotere klank. Historische instrumenten hebben hun beperkingen. Daarenboven had ik zowat alles gezegd wat ik te zeggen had op de pianoforte, en miste ik de uitdaging om ander en modern repertoire te spelen. Ik elk geval hebben mijn jaren ervaring op pianoforte’s mijn spel op de moderne piano ook verfijnd.” Een concert voor zijn veertigste verjaardag in de Wigmore Hall, waarbij hij beide types instrumenten bespeelde, illustreert zijn flexibiliteit: hij is geen ‘genre-pianist’, maar kan probleemloos een breed spectrum aan repertoire spelen met eenzelfde graad van gesofisticeerde diepgang. In 2006 vroeg componist Jonathan Dove, die toen directeur was van het Spitalfields Music Festival, Melvyn Tan om Vingt regards sur l’enfant Jésus van Olivier Messiaen uit te voeren. “Ik had dat werk altijd al willen leren, maar was er wat bang voor. Het is dan ook een groots, uitdagend, twee uur durend solowerk. Het kostte me twee jaar om het in te studeren, maar het was de meest ‘life-changing’-ervaring uit mijn carrière, omdat het zo spiritueel is, en omdat het mijn manier van optreden veranderde.” Het bleef niet bij die ene compositie uit de moderne pianocanon. De afgelopen jaren creëerde en nam Tan heel wat nieuwe pianocomposities op van o.a. Peter Maxwell Davies, Jonathan Dove, Judith Weir en Kevin Volans.

Singapore
In 2005 werd in zijn artistieke loopbaan en leven een pad geëffend: na drie decennia van ballingschap zou Melvyn Tan eindelijk kunnen terugkeren naar Singapore. Toen hij naar Groot-Brittannië trok voor zijn muziekopleiding, gold in Singapore een twee jaar durende dienstplicht voor alle mannen vanaf 18 jaar. Weigeraars riskeerden een gevangenisstraf van drie jaar en een geldboete van $ 10 000 (ruim € 7000). Tan werd dienstplichtig toen zijn muziekcarrière in Londen net van de grond kwam. In de wetenschap dat hij waarschijnlijk zou worden gearresteerd als hij voet zette in Singapore, besloot hij in Groot-Brittannië te blijven. Uiteindelijk nam hij zelfs het Brits staatsburgerschap aan. De relaties tussen Tan en de autoriteiten van Singapore raakten onderkoeld. Het vooruitzicht zijn bejaarde ouders nooit te kunnen bezoeken of nooit zijn concertdebuut in Singapore te kunnen maken, deed Tan in 2005 echter beslissen terug te keren naar Singapore. Daar onderhandelde hij voor de rechtbank met de hulp van een advocaat met succes over de betaling van een boete in plaats van een gevangenisstraf. “Van de ene op de andere dag openden zich de deuren voor mij in Singapore. Jarenlang had ik er niet bestaan, maar plots werd ik door de Singaporese ambtenarij opnieuw verwelkomd als een waardevol cultureel bezit.” Een uitverkocht concert in de Singapore Esplanade Concert Hall in 2011 was de triomfantelijke terugkeer naar zijn geboortestad. Sindsdien is Tan er een graag geziene gast en geeft hij masterclasses in het Yong Siew Toh-conservatorium. Hij blijft zijn geloof in historische piano’s ook uitdragen; in China en Zuidoost-Azië hoorden weinigen die instrumenten ooit live. Ook het doorgeven van kennis en ervaring vindt hij uitermate belangrijk: “Een van de leukste dingen aan het bereiken van je zestigste is een gevoel van innerlijk vertrouwen, zowel persoonlijk als muzikaal. Het is alsof je ineens de kennis kan doorgeven die je in de loop van de jaren hebt vergaard, en op de een of andere manier wordt er écht naar je geluisterd!”

“Het zijn niet de makkelijkste tijden voor jonge professionele musici: er is veel talent, maar hun kansen en mogelijkheden nemen af. Daarom is het zo belangrijk voor hen om te ontdekken waar ze warm voor lopen en wat hun carrière kansen kan geven. Ik vond mijn passie in het exploreren van historische piano’s en door de muziek meer te laten klinken zoals de componisten ze hadden gehoord. “Je moet een niche vinden, zeg ik tegen mijn studenten. Al weet ik dat je eigen niche vinden best lastig is.”

Naar het concert