Home > Nieuws > Laus Polyphoniae > A Consort’s Monument

A Consort’s Monument

Musick’s Monument, zo heet het traktaat dat Thomas Mace (1612/1613-ca.1706) in 1676 publiceerde. Mace was een Engels luitist, gambist, zanger, componist en muziektheoreticus. Wie een blik werpt op zijn schrijfsels, zal zijn exuberante woordkeuze en zijn nogal extreme uitlatingen opmerken. Zo was hij er rotsvast van overtuigd dat de religieuze muziek de absolute perfectie had bereikt in het Engeland van het begin van de 17de eeuw. Ook getuigt hij uitvoerig over zijn afkeer van de in zijn ogen veel te extraverte Franse stijl. Met zijn Musick’s Monument wilde hij dan ook voor eens en voor altijd de uitzonderlijke waarde van de Engelse muziektraditie onderstrepen.

Mace zou zich gevleid hebben gevoeld met het slotconcert van Laus Polyphoniae. De musici van L’Achéron hebben de raad van Mace opgevolgd en zijn op zoek gegaan naar een zo getrouw mogelijke manier om 17de-eeuws Engels repertoire voor gambaconsort uit te voeren.

Het is de nauwe band tussen het repertoire en de goed uitgekiende (en zelfs speciaal gebouwde) instrumenten die van dit project iets bijzonders maakt. Mace geeft in zijn traktaat heldere omschrijvingen van de ideale samenstelling van een gambaconsort: “De muziek wordt op zo gelijk en zo juist mogelijk geproportioneerde gamba’s gespeeld. De instrumenten moeten zodanig worden besnaard, gestemd en bespeeld dat geen enkele stem een andere hindert. Het is veeleer de bedoeling dat iedere stem afwisselend de andere versterkt en naar voren haalt. Het orgel (of virginaal) begeleidt alle stemmen daarbij, gelijkmatig, zacht en teder.” Merk op dat een Engels gambaconsort altijd werd begeleid door een orgel en/of virginaal. De reden daarvoor? Gambisten waren toen veelal amateurmusici. Klavierspelers waren professionelen die hen op het rechte pad moesten houden. “Het orgel is voor ons een vaste, verbindende en trouwe vriend en een maatstaf voor zekerheid en houvast; in het bijzonder voor de intonatie”, zo schrijft Mace daarover.

En dus nam L’Achéron een luthier en twee klavierbouwers onder de arm. Arnaud Giral, een luthier die in Engeland actief is, heeft zich op de bouw van zes Engelse gamba’s gestort. Zoals Mace het voorschrijft, zocht hij daarbij naar een optimale verhouding tussen de verschillende instrumenten. Zo is de lengte van de snaren van het hoogste instrument precies de helft van die van het diepste instrument. Het is een verhouding die we ook terugvinden in het Engelse kamerorgel dat speciaal voor L’Achéron werd gebouwd. Ook hiervoor engageerde L’Achéron een topspecialist. Dominic Gwynn droomde er al decennia lang van om een 17de-eeuws Engels kamerorgel te bouwen. Eenzelfde verhaal geldt voor Jean-François Brun die de bouw van een Engels virginaal voor zijn rekening nam.

L’Achéron kon Brusselaar François Ryelandt, wiens job en passie het is om allerlei historische klavierinstrumenten te delen met musici en luisteraars, warm maken voor het project. De beide nieuwe instrumenten behoren nu tot Ryelandts collectie. “Binnen de klavecimbelwereld is het normaal om steeds op zoek te gaan naar een instrument dat zo nauw mogelijk aansluit bij het repertoire dat wordt gespeeld. Voor muziek waarin het orgel een begeleidingsrol opneemt, is dat nog geen gewoonte. Ensembles kiezen dan voor een ‘standaard’ kistorgel. Een dergelijk project, waarbij de keuze van het repertoire hand in hand gaat met de keuze van de instrumenten, fascineerde me natuurlijk zeer erg”, aldus Ryelandt. “Het orgel en het virginaal mengen op een compleet natuurlijke manier met de klank van het ook al zo homogene gambaconsort.”

Voor de keuze van het repertoire gingen de musici eveneens bij Mace te rade. Behalve muziek van onder meer William White en John Jenkins zal er werk van Claudio Monteverdi en Alfonso Ferrabosco te horen zijn. Om ook de klavierinstrumenten tot hun recht te laten komen, zullen organist Pierre Gallon en virginalist Yoann Moulin ook solo improviseren.

Om met de woorden van Mace te besluiten: “Het is muziek die zo aangenaam is voor het innerlijke, verborgen en intellectuele vermogen van de ziel en de geest, dat er in de spraak geen equivalente woorden voorhanden zijn om deze muziek correct te omschrijven. Ik kan er enkel over zeggen dat ze op mij (net zoals op veel anderen) een effect van goddelijke vervoering heeft. Het is muziek die je ontvankelijk maakt voor hemelse en goddelijke invloeden.”

Elise Simoens

Naar het concert