Home > Nieuws > Laus Polyphoniae > Pleidooi voor de stilte

Pleidooi voor de stilte

Een gesprek met rouwtherapeute en muzikante Marleen Vertommen

Marleen Vertommen omschrijft zichzelf als een ‘stille begeleider’, iemand die luisterend aanwezig is wanneer je je leven weer moet vormgeven rond verlies, met verdriet. Rouw is een bijzonder onderdeel van het leven van Vertommen. Het is op haar pad gekomen als professionele activiteit, maar pas nadat de rouw op haar persoonlijke leven had ingebeukt. Soms zijn wij mensen in staat om onze kwetsbaarheden te benaderen als een kracht, bij Vertommen werd het dieptepunt over de jaren heen langzaamaan een springplank. Ik vroeg haar welke rol muziek kan spelen in een rouwproces en de rituelen die daarbij horen. Want ook dat is CONTRAPUNT van het leven: als er plots een melodielijn uit je leven verdwijnt.

Marleen Vertommen: “Men koesterde lang de overtuiging dat een rouwproces een lineair karakter had, met een duidelijk begin en vooral ook een eindpunt. Na dat punt moest de rouwende vooral weer verder met het leven. Maar als je rouwenden bevraagt, willen zij niet verder met het leven ‘alsof er niets is gebeurd’. Zij ervaren dat cliché alsof ze volledig moeten loskomen van hun geliefde, en dat willen ze niet. Wie een kind, partner of ouder verliest, wil net een leven lang herinneringen koesteren aan die geliefde. Het is een zoektocht naar hoe het leven terug te beleven en tegelijkertijd die liefde te blijven voelen voor diegene die ze verloren zijn.”

OUDE EN NIEUWE RITUELEN
“Als we spreken over rouw, dan is er geen eenduidige weg. Dat is heel belangrijk om te benoemen. Er is niet één rouwproces dat voor iedereen het goede rouwproces zal zijn. Naast het universele karakter van rouw, heeft iedereen nog een individuele reactie op verlies, dat is gezond. Als ik vertel dat er niet één manier van rouwen bestaat, zijn er mensen die dat ervaren als een bevrijding, terwijl anderen dat beangstigend vinden, zij hadden gehoopt dat ik heel concreet zou kunnen vertellen wat ze moeten doen. Kennis kan functioneren als een houvast.” Vertommen legt snel de link naar de corona-epidemie en in het bijzonder de eerste lockdown: “We hebben toen gemerkt dat heel veel mensen steun zochten in kennis.” Daarnaast formuleert ze de bedenking dat wij hier in het Westen vooral denkende mensen zijn, die eerder handelen op basis van kennis en die de kennis ook duidelijk hoger inschatten dan wat ons gevoel ons aanreikt. Vanuit het hoofd bestaan, krijgt in ons deel van de wereld steevast voorrang op een bestaan vanuit voelen. Vertommen: “Die (rationele) houvast kan in de eerste plaats rust brengen en een proces op gang trekken, maar het is niet zo dat rouwbegeleiding betekent dat je een winkeltje van verschillende rouwrituelen openhoudt waar rouwenden kunnen komen shoppen. Ik ga samen met die persoon op zoek naar betekenis: welke betekenis geef je aan het treuren om een geliefde? Het is vanuit die betekenis dat er zich rituelen kunnen ontwikkelen. Iemand die naar concerten gaat met muziek die de overleden partner zo graag hoorde – dat is een rouwritueel. “Ik blijf trouw aanwezig tijdens Laus Polyphoniae, omdat mijn partner een grote fan was”, is dat ook. In die handeling voel je liefde. Rouwrituelen zijn vormgegeven liefde. Door die handeling te stellen, voel je de band met je geliefde, een band die over de dood heen blijft bestaan.”

Ik vraag haar of iedereen erin slaagt om zo’n ritueel voor zichzelf vorm te geven. Want we leven in boeiende tijden, maar evengoed in moeilijke tijden. We laten oude rituelen los, omdat we geen affiniteit meer hebben met hun context, bijvoorbeeld religie. Denk maar aan de rituelen rond overlijden en begraven die hier gangbaar waren in de jaren 1920, hoe die al waren geëvolueerd in de jaren 1970 en hoe we er vandaag mee omgaan. “Op heel korte termijn zijn we eigenlijk van een erg traditioneel gegeven naar iets heel vrij en persoonlijks geëvolueerd”, vertelt ze. “Vandaag bevragen we onszelf vooral over de betekenis van een relatie die het ritueel vervolgens kan vormgeven.” Vertommen legt uit hoe we op die weg soms goedbedoeld stuntelen en vooral zoekende zijn: “We verliezen onze dierbaren bijvoorbeeld nooit ‘alleen’. Als er een kind sterft, dan huilt er een moeder. Dan huilt er een grootmoeder, een dichte vriendin en net zo goed een speelkameraadje. Al die personen hebben een ritueel nodig om zich te kunnen overgeven aan dat verlies. En dat is zoeken. Ik zie wel eens een gezin dat een kindje verloor, de urne mee naar huis nemen. Daardoor voelen andere nabestaanden, zoals grootouders, zich soms verloren, omdat ze zelf geen specifieke plek hebben waar ze naartoe kunnen gaan om te rouwen. We stuntelen dus. Maar dat is het fascinerende aan deze tijd: we hebben net een periode beleefd die ons de ogen opende voor de waarde van sommige gewoonten en tradities, maar die ons tegelijkertijd ook openingen bood voor het creëren van nieuwe vormen.”

VIA AFZONDERING NAAR VERBINDING
Het woord ‘corona’ viel al in het gesprek. We kunnen er (nog steeds) niet omheen. Afscheid nemen is nooit makkelijk, maar de corona-epidemie, de bijbehorende lockdowns en strenge maatregelen maakten het verlies in die dagen extra rauw. Woonzorgcentra gingen op slot, ziekenhuizen isoleerden hun patiënten, en rouwrituelen konden plots niet meer worden gedeeld. Mensen stierven soms in eenzaamheid. “Voor veel rouwenden was de coronabubbel dan weer een veilige buffer. Rouwen legt je tenslotte helemaal open, het maakt je kwetsbaar. En ik zie vaak dat mensen zichzelf opnieuw moeten uitvinden. Want niet alleen is de verbinding met hun dierbare overledene weg, de verbinding met zichzelf en die met anderen staat ook onder druk. Toen alle sociale verplichtingen en codes wegvielen, werd dat al eens ervaren als een geborgenheid. Maar anderen, die bijvoorbeeld geen afscheid hebben kunnen nemen, bleven achter met een enorm gemis. Omdat ze nog veel hadden willen zeggen, omdat ze nog afscheid hadden willen nemen.

“Corona heeft ons niet alleen de waarde van verbondenheid getoond, maar ook de noodzaak om die waarde te mogen vormgeven. We zijn met z’n allen op zoek gegaan naar manieren om er toch te kunnen zijn – voor elkaar, maar ook met elkaar. Er zijn zelfs nieuwe rituelen ontstaan. Hier in Leuven kwamen mensen op straat om samen te applaudisseren en te musiceren: elke avond, ieder vanuit zijn eigen deurgat. Dan zie je dat muziek eigenlijk een belangrijke functie vervult die ons toelaat om ons met elkaar te verbinden. En dat ook het fysieke aspect daarin niet te verwaarlozen is.” Met dat fysieke bedoelt Vertommen meer dan het louter fysiek aanwezig zijn in de concertzaal, iedereen zij aan zij, de oren aandachtig gespitst. Het gaat evengoed over het inherente fysieke aspect van muziek. “Het eerste concert na die periode was er een van mijn zoon. En mijn ontroering was toen absoluut. De aanraking van de muziek, die trilling in je eigen lichaam te mogen ervaren … Ik hoop dat we eens te meer de waarde daarvan inzien.”

VLEESGEWORDEN RITUEELUITVOERDERS
Vertommen is dan rouwtherapeut, ze was en is ook een geboren muzikant, blokfluitiste om precies te zijn. Muziek is – in haar eigen woorden – haar tweede taal. Ze luistert naar mensen zoals naar muziek, met oor voor hun verhalen, hun taal, toon en ritme. “Men heeft ondertussen ontdekt dat we muziek niet enkel met onze oren ervaren. Via onze huid komt ze ons hele lichaam binnen. Muzikale trillingen zouden recht naar ons hart gaan. De Engelse taal verwoordt het juist: “music touched me, music moved me”.” In haar hoofd bezoekt Vertommen enkele herinneringen, haar eerste ervaring met ontroering beleefde ze via muziek. Ze vertelt hoe ze zich als klein meisje verstopte achter de luidspreker. En dat ze dat zeker moest doen wanneer dat nummer van die ene plaat speelde. Want zonder dat ze pijn had of triest was, kregen haar ogen op dat moment tranen. “Dat was voor mij een ontdekking. Wanneer ik zelf muziekles geef, vraag ik regelmatig aan mijn leerlingen om zich in te beelden dat ze voor een kind spelen. “Speel de muziek zo dat dat kind kan dansen”, want kinderen bewegen vanzelf als ze een ritme horen. Het is alsof ze de magische kracht van de muziek voelen.”

Muziek is niet voor niets een vaste waarde in vele rituelen. Muziek is zo aanwezig op elk betekenisvol moment in ons leven. Muzikanten noemt Vertommen dan ook “vleesgeworden ritueeluitvoerders” – omdat ze onze rituelen inderdaad muzikaal mee vormgeven, maar ook omdat ze voortdurend zelf veel rituelen stellen. “Hoe artiesten hun instrument verzorgen en liefkozen. Hoe ze steeds een bepaalde beweging doen of hun instrument strelen, hun ogen met veel liefde over alles laten gaan. Dat zijn de kleine onderdelen van een liveconcertbeleving die ik de voorbije jaren zo heb gemist. Want al die kleine dingen kan je bij een livestream niet waarnemen. Net zomin als de magische stilte voor een concert, die stilte die de muzikanten afdwingen bij het publiek dat vol energie zit te wachten. En ook de stilte na de slotnoot, vlak voor het applaus: er is niemand die ongevoelig is voor de volenergische stilheid. Als je er zo over nadenkt, dan besef je dat concerten een belangrijk ritueel zijn.”

STILTE IS
Stilte is echter niet alleen magisch net voor of na een concert, we zouden haast vergeten dat de stilte eigenlijk het witte canvas is waarop de verf komt. Om gewoon te kunnen bestaan, heeft muziek stilte nodig. “Als muzikant zoek je de stilte in jezelf op, dat is de plek van waaruit je start. Je concentreert je, je voelt of je ademhaling goed zit.”

Stilte is voor Vertommen niet alleen een plek, maar ook een brug van haar ene zelf naar de andere zelf. Stilte, of beter gezegd de kracht van stilte, is voor beide ‘zelven’ een belangrijk element. Of is fundament hier een beter woord? “Weet je: geluid maak je, muziek maak je – maar stilte is er gewoon. Het enige wat ze vraagt, is om alle geluid te elimineren, pas dan kan je de stilte betreden.” Voor Vertommen is stilte de plek waar ze als therapeut bij rouwenden aanwezig kan zijn. “Stilte is de basis om elkaar te kunnen ontmoeten in kwetsbaarheid. Mijn cliënten hebben die aanwezigheid in stilte vaak erg nodig. Zij moeten stil kunnen zijn, kunnen stilstaan.” Zelf zoekt ze de stilte ook heel erg op. Ze mediteert zo goed als dagelijks, anders zou ze niet kunnen doen wat ze elke dag doet: bij leed aanwezig zijn. “We verzorgen ons lichaam, maar we hebben ook een mentale hygiëne nodig. Mediteren is de schoonste vorm van verbinding met stilte. Tegelijkertijd vecht je op die momenten wel eens innerlijk een oorlog uit op je kussen.”

Stilte is dus van cruciaal belang. Maar ze is ook schaars – want viel het u al op hoe luidruchtig wij leven? Hoe we van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat worden omgeven door mechanische geluiden? Zelfs tijdens het tuinieren worden bladeren niet meer bijeen geharkt, maar geblazen. Als muziek werkelijk ons hart raakt, zoals Vertommen vertelde, dan is de impact van geluid op ons welzijn enorm. En enorm onderschat. Want wat wil u aan uw hart laten komen? Het sonore geluid van een cello? Of het gebrom van wagens? Maar wat voor de ene werkt, werkt daarom nog niet voor de andere. Dus misschien hoeft u niet per se plaats te nemen op het meditatiekussen als het u niet lonkt. Toch, zonder u persoonlijk te kennen, weet ik dat u vertrouwd bent met de meditatieve kracht van stilte en de helende klank van muziek. En dat u beide doelbewust opzoekt. Want het is toch dat wat u naar AMUZ doet komen? Die melodieuze trilling die u wezenlijk raakt. Ook dat is een ritueel.

Julie Hendrickx