Home > Nieuws > AMUZ > Interview Reinoud Van Mechelen

“Jéliote was ontzettend geliefd. Misschien was hij zelfs iets te veel een goedzak.”

 

Reinoud Van Mechelen en a nocte temporis

Barok om te bingen

 

Met zijn ensemble a nocte temporis eert haute-contre Reinoud Van Mechelen zijn muzikale helden. Laat hem over die zangers praten en hij brengt ze voor je ogen tot leven, zoals alleen een mini-serie op HBO dat kan. “Ik wil zoveel mogelijk mensen laten plaatsnemen aan de feestdis van de historische muziek en hen laten smullen.”

In de Franse muziekgeschiedenis hebben castraten nooit echt hun rol gevonden in de opera. De haute-contre – een type tenorstem, niet te verwarren met de contratenor – daarentegen wel. Hoewel de aria’s voor deze mannenstem zeker niet moesten onderdoen voor de bekendste aria’s voor sopranen en contratenoren in het barokrepertoire, verdween de term toch tussen de plooien van de tijd.

Tot nu. Reinoud Van Mechelen selecteerde voor zijn trilogie rond de haute-contre niet zomaar de mooiste aria’s en instrumentale muziek uit het Frankrijk van de 17de en 18de eeuw, samen met a nocte temporis wil hij de ‘mannenstem die zo hoog mogelijk zingt’ voor eens en altijd terug op de kaart zetten. “Mensen zijn vaak ‘lost in translation’ over de haute-contre. Of de term wordt fout vertaald, of ze noemen mij nog steeds contratenor.”

Met zijn trilogie doet Van Mechelen de geschiedenis uit de doeken. De drie haute-contres reiken ons als protagonisten van dienst niet alleen de aria’s aan van de grootste componist van hun tijd, maar herinneren ons ook aan tijdgenoten die in de schaduw stonden. Na ‘Dumesny, haute-contre de Lully’ treedt nu de tweede haute-contre in de spotlights: ‘Jéliote, haute-contre de Rameau’.

Twee carrières

Voor Van Mechelen is Pierre de Jéliote de grootste klassieke zanger uit de Franse geschiedenis. “Of toch minstens tot aan de Revolutie. Als je het nagaat, merk je dat hij enkel de grootste lofbetuigingen over zijn stem kreeg.”

Dat Jéliote bovendien een interessant leven leidde, doet Van Mechelen ervan dromen een documentaire over hem op het scherm te brengen. “Jéliote was een complete muzikant. De zanger speelde ook cello, luit en gitaar en gaf les aan het koninklijk paleis.”

Ook als componist had hij succes, al was zijn muziek iets lichtvoetiger dan die van Rameau. “Jéliote wist hoe hij zijn tijdgenoten muzikaal kon onderhouden en plezieren. Ook de zonen Bach waren in hun tijd populairder dan vader Johann Sebastian. In die zin was Jéliote een artiest die goed wist wat hij moest doen, hij was ontzettend geliefd. Misschien was hij zelfs iets te veel een goedzak.”

Naast de aimable Jéliote zou de notoire knorpot Rameau in elk geval mooi contrasteren in die documentaire. Al zat de relatie tussen zanger en componist wel snor. Van Mechelen: “Rameau heeft zijn leven lang de prachtigste partituren voor Jéliote geschreven. Maar Rameau had twee carrières: hij brak als componist pas door na zijn veertigste. Mocht hij zo kort hebben geleefd als Mozart, dan had hij dus nooit een opera geschreven.”

Een gedachte die voor Van Mechelen pure horror moet zijn, want Les Boréades is voor hem “absolute topmuziek”. Het instrumentale deel noemt hij niet alleen “het schoonste wat Rameau heeft geschreven” maar zelfs “een van de mooiste bladzijden muziek die er bestaat”.

Maar laat dat geen afbreuk doen aan de muziek van tijdgenoten die in dit programma ook – terecht – hun rol opeisen. Vanwege hun composities én omdat ze het portret van Jéliote vervolledigen.

Neem Jean-Joseph de Mondonville, die net als Jéliote roots heeft in de Franse Pyreneeën, een regio waar het Occitaans over de tongen rolt – een zuiderse mix van Frans, Catalaans en Italiaans. Van Mechelen: “Jéliote keerde elke zomer huiswaarts naar Lasseube. In de dorpen die hij jaarlijks passeerde, ontstond altijd een groot feest.” Ook de Mondonville kon de band met die geboortegrond niet lossen en schreef een opera in het Occitaans. “We hebben dus twee Occitaanse stukken in het programma opgenomen.” Bent u al aan het watertanden?

Le Gros

Aan Dumesny & Lully heeft Van Mechelen alleen maar goede herinneringen. Voor Jéliote & Rameau staat hij samen met a nocte temporis te trappelen om eindelijk weer het podium op te mogen. Intussen wordt de laatste hand gelegd aan het laatste luik van deze drievuldigheid: Le Gros, haute-contre de Gluck. Le Gros, die zijn naam trouwens niet gestolen had, was ongeveer de laatste haute-contre.

Nu de trilogie weer verder mag gaan, hoopt Van Mechelen dat we het eerste deel ook (her)ontdekken. “Zoveel mogelijk mensen laten plaatsnemen aan de feestdis van de historische muziek en hen laten smullen: dat is mijn bedoeling.”

Aanschuiven aan die tafel is trouwens een aanrader. Niet alleen vanwege de stem en de muziek, maar omdat Van Mechelen Jéliote, Rameau en co. als zijn hoofdrolspelers door en door kent. Hij brengt hen voor uw ogen tot leven zoals alleen een mini-serie op BBC of HBO dat kan, louter en alleen door over hen te praten. En hoewel het hoofd aanraadt om die afleveringen spaarzaam te savoureren, hongert het muzikale hart meteen naar meer. Jawel, bingen is toegestaan.

Julie Hendrickx