“Na Chopin is hij degene die het best begrijpt hoe je voor de piano moet schrijven.” Componist-pianist Ignacy Jan Paderewski brak een lans voor zijn collega en landgenoot Moritz Moszkowski: een kosmopoliet die in voortreffelijke pianocomposities de spijt om zijn eigen, vroegtijdig afgebroken virtuozencarrière van zich af schreef. Met Dobrzynski, Wolff en Mikuli werpt Chopin-specialist Naruhiko Kawaguchi licht op de Poolse School, die zich in de slipstream van de grootmeester toelegde op luimige, lumineuze en somptueuze klaviermuziek. Werk van de Spanjaarden Pedrell, de Falla en Mendizábal breekt het perspectief verder open: de Chopinesque esthetiek was een pan-Europees fenomeen dat een rijker scala aan nocturnes opleverde dan u ooit voor mogelijk hield.
Programma
F. Chopin: Nocturnes, opus 15, nrs. 1, 2, 3 | Nocturne in cis, KK IVa, nr. 16 | Poolse nocturnes van E. Wolff, J. Fontana, M. Moszkowski, I.F. Dobrzynski, K. Mikuli en I.J. Paderewski | Spaanse nocturnes van F. Pedrell, M. de Falla, M. Mendizábal
Uitvoerders
Naruhiko Kawaguchi, piano (Pleyel 1843, Bechstein 1860)